Saturday, April 19, 2008

Cipo

Het liep tegen een uur of drie. Onderweg in de auto van Marina di Pietrasanta naar Lucca stotterde mijn Britse verloofde opeens vanachter het stuur: ‘Look, look, look!!!’ Ik vroeg wat er gaande was. ‘That is that cycling guy, what is his name again? Mario...’ Ik vermoedde dat het wel eens om Mario Cipollini kon gaan. Niet dat mijn Engelsman nou veel van wielrennen gesnopen heeft (hij begrijpt bijvoorbeeld nog steeds niet waarom Tom Boonen de Tour de France niet winnen kan), maar wie had er nou niet van Super Mario gehoord? Ik keek snel achterom en zag in een flits een imposante verschijning op de racefiets zitten. Allesbehalve een ‘man in black’. Hier pedalleerde iemand die gezien wilde worden. Spierwitte racebroek, gebruinde (blote) bovenbast, haar met klodders brillcream keurig in model gemodelleerd, zonnebril tussen de highlights, rechtop zittend, mobiel bellend met de ene hand, hevig gesticulerend met de andere. Dit zag er op de boulevard van Lido di Camaiore wel heel erg Re Leone uit. En dan was dit nog maar de achterkant. Met de voorkant maakte ik een jaar geleden kennis tijdens de één of andere lullige prijsuitreiking in Siena (Il Premio Artemio Franchi 2006), waar zomaar de voetballegendes Pele en Paolo Rossi voor op kwamen dagen. En Cipo was er dus ook. De directeur van de Banca Monte dei Paschi di Siena moet voor dat akkefietje diep in de buidel hebben getast. Want ‘Pablito’ Rossi en Cipo deden het vast niet voor niets. En van ‘Mister Mastercard’ Pele himself is al jaren bekend dat hij voor minder dan tienduizend euri zijn bed niet uitkomt. Afijn. Onderweg naar de premiazione was het een drukte van jewelste in de nauwe straten rond de Piazza del Campo. Een hoop gedoe voor de etalage van een lokale forno waar de bakker opdringerige fans met potlood, pennen, papier, mobiele telefoons en fotocamera’s buiten de deur hield zodat mooie Mario op zijn gemak een broodje kon bestellen. Dit was koren op Cipo’s molen, dat zag je zo. Terwijl hongerige tifosi elkaar neerhoekten en/of upper-cutten voor een beter uitzicht, lachtte Re Leone vanachter glas zijn volk nog maar eens toe en liet ondertussen wat gratis Ricciarelli (typische Siënese amandelkoekjes) inpakken in ruil voor een foto met de knappe dochter van de bakker. Niet veel later kwam ik zowaar met Mario zelf te spreken. Na afloop van een persconferentie die vooral over het aanstaande WK voetbal handelde en over de vraag of de azzurri wel of niet wereldkampioen konden worden (Cipo dacht van wel), dronken we simultaan een glaasje prosecco aan de bar. Mario vertelde over zijn leven als ex-wielrenner. En het ging over Amsterdam. Oh ja, daar kwam hij graag. Nee, niet om te wielrennen. Een schaterlach. Er werden antipasti geserveerd. In een trendy krijtstreeppak en roze overhemd zag Mario er oogverblindend goed gesoigneerd uit, vond ik. Dat moet de oud-renner ook van mij hebben gedacht, want na een slok of wat kriebelde hij zomaar zijn mobiele nummer op een briefje en vroeg gulzig naar de mijne. Ik verslikte me bijna in mijn prosecco. ‘Ik ben pas gescheiden. Bel me gerust eens voor een afspraak als je in de buurt van Lucca bent. Nou ciao!’ En weg was Mario. Een jaar later hing ik aan de lijn. Nee, Mario wist me zich niet meer te herinneren, maar een interview-afspraak voor Langs de Lijn behoorde tot de mogelijkheden: ‘Je was Nederlands, zei je? Blond toevallig?’ ‘En journalist van beroep’, probeerde ik nog. De start van de Giro d’Italia stond op stapel, maar Cipo had last van een knieblessure en was zodoende niet in Cagliari aanwezig maar revalideerde thuis in Lucca. ‘Weet je wat’, zei Mario. ‘Ik ben over een uurtje in de stad. Waarom kom je niet naar de Piazza San Martino? Dan schudden we elkaar alvast snel de hand’. Prima idee, antwoordde ik. En daar stond ik dan. Wachtend bij de fontein voor de Duomo. Hoogzwanger inmiddels, maar zo zenuwachtig als een opgeschoten puber voor een geheim afspraakje met de mooiste jongen van de klas. Zo tegen vijfen hield een enorme Audi A8 met geblindeerde ramen stil op de Piazza. Mario draaide zijn raampje naar beneden en glimlachtte zoals alleen Mario Cipollini glimlachen kan. We schudden zoals afgesproken de hand, maar van een hartelijke incontro zoals vorig jaar aan de bar in Siena was allesbehalve sprake. Cipo bleef liever in de auto zitten, zei hij. In verband met de fans, weet je wel. En die verdomde knie deed zo’n zeer. ‘Tuurlijk, tuurlijk’, antwoordde ik. ‘Ben je in verwachting?’, zei Mario plots en wees naar mijn buik. Ik knikte en trok gegeneerd mijn t-shirt verder naar benee. ‘Wanneer ben je uitgerekend?’, vroeg de voormalig wereldkampioen. ‘Wanneer heb je tijd voor een interview?’, probeerde ik de boel af te leiden. ‘Later deze week‘, antwoordde Cipollini. ’Bel me, bel me’. Vrrrroaaaaarrrrr! En weg was Mario, die de rest van de week (en de week daarna en de week daarna) overigens voledig onbereikbaar bleef. Net zolang totdat de Giro er al weer op zat en mijn kans op een interview met Re Leone verkeken was. ‘He still looks fucking good man, this Mario!’, zei de Engelsman in de auto. Ik kon dat alleen maar beamen. Al nam de 42-voudig etappe-winnaar van de Giro d’Italia in 2005 afscheid van de wielersport, in Mario’s geval was geen sprake van verval. ‘I bet he can still win a stage in the Tour de France!’, blaatte mijn verloofde. ‘Sure. And Tom Boonen will win the yellow jersey next year in Paris’, antwoordde ik.

1 comment:

Anonymous said...

Hello. This post is likeable, and your blog is very interesting, congratulations :-). I will add in my blogroll =). If possible gives a last there on my blog, it is about the Aluguel de Computadores, I hope you enjoy. The address is http://aluguel-de-computadores.blogspot.com. A hug.