Monday, October 26, 2009

Cosmi de pornotrainer


In de Italiaanse Serie A worden trainers ontslagen met de snelheid van het licht. Dit seizoen staat de teller alweer op vijf. Papadopulo van Bologna en Ruotolo van Livorno werden deze week de ruimte ingeschoten. Aldo Spinelli, die tijdens zijn voorzitterschap van Livorno al een recordaantal oefenmeesters versleet, heeft het lot van zijn voetbalclub dit keer in handen gelegd van Serse Cosmi, die bereid was zijn herfsthobby (het speuren naar zeldzame paddestoelen) ervoor op te geven. Een revolutionaire trainer, voor een revolutionaire club, in een revolutionaire stad als Livorno. Dat kan alleen maar goed gaan. Het Italiaanse voetbal heeft de kleurrijke cowboy met zijn onafscheidelijke baseballcap de afgelopen jaren gemist. Ik in ieder geval wel. Alleen die doorrookte maffiose stem van ‘m al, als over schuurpapier gehaald. Cosmi, die door zijn wielerverliefde vader naar de jongere broer van Fausto Coppi werd vernoemd, is een onorthodoxe trainer die in het verleden successen behaalde bij provincieclubs als Arezzo, Perugia, Genoa, Udinese en Brescia. Als zijn belangrijkste kwaliteit geldt het kneden en vormen van een sterk collectief. Het sprookje begon ooit bij Pontevecchio, voetbalclub uit zijn geboortedorp in Umbrië. De ploeg draaide in het begin trouwens voor geen meter. Toen Cosmi verhalen opving over een stokoude magiër die het ongeluk bezweren kon, besloot hij zijn spelersgroep op audiëntie te sturen. De man, die il baffo (de snor) werd genoemd, hield zitting in een trattoria in Gubbio. En daar zaten de spelers dan, in een kringetje. Il baffo friemelde aan de handen van de keeper, zat aan de voeten van de spits, zei wat spreuken en zond de spelers daarna met geluksarmbandjes weer naar huis. En of het werkte. Pontevecchio won twaalf duels op een rij en wist degradatie af te wenden. Het succes had tot gevolg dat Cosmi zich als trainer steeds meer cultstatus verwierf. Eerst in Umbrië, later ook daarbuiten. De fans vonden het prachtig wat Cosmi allemaal verzon. Zoals die keer dat hij een pornofilm opzette toen hij met de spelersbus van Genoa in een sneeuwstorm terecht kwam. Het was weer eens wat anders dan het analyseren van videobeelden van de tegenstander. Van blote vrouwenbillen op de buis kregen de jongens het tenminste lekker warm en het was nog goed voor de moraal ook. De spelers vlógen daarna over de mat. Cosmi vond het maar ouderwets om te denken dat sex voor de wedstrijd de prestaties negatief zou beïnvloeden: ‘Een slecht huwelijk maakt veel meer kapot’. Het groepsproces gaat in zijn optiek boven alles. Jongens moeten voor elkaar door het vuur willen gaan. Ik stond ooit langs de zijlijn in Udine toen Cosmi zijn spelers tijdens de training de scrum instuurde. Prrrriet! Het werd een gevecht op leven en dood. Je kon de botten van Iaquinta horen kraken, maar het had vast zin. Laat de spelers van Livorno gewaarschuwd zijn. Ik voorspel binnenkort een regenachtige speurtocht in de donkere bossen van Umbrië. Lekker met z’n allen op zoek naar wilde funghi porcini en er daarna een smakelijke risotto van koken voor de nieuwe trainer.

Monday, October 19, 2009

Plukken






AD COLUMN Ik scheurde van de week wat rond in de heuvels rondom Lucca. De laagstaande herfstzon gaf het glooiende landschap kleur. Eenzame cipressen op heuveltoppen in de verte, volop bedrijvigheid in de olijfboomgaarden links en rechts van de weg.

Mannen en vrouwen, jong en oud, leunend op laddertjes of bungelend in boomtoppen om de takken van overrijpe olijven te ontdoen. Deze week is la raccolta begonnen: de jaarlijkse olijvenpluk. Hele boerenfamilies trekken er op uit om het groene goud te oogsten. En tussen de middag natuurlijk met z'n allen aan de pasta, met een sneetje fettunta met knoflook en olio nuovo vooraf.

Ik moest aan Andrea Tafi denken. Hoe zouden de olijfjes er bij hem op het boerenerf in Lamporecchio bijhangen? In het najaar van 2006 ging ik bij de oud-wielrenner op bezoek voor een interview en plukte in de namiddag gezellig een olijfje mee.

Tafi gaf het goede voorbeeld. Met een soort plastic haarkam werden de olijven uit de bomen gerost. Rits-rats. Met lange, krachtige halen zoals de Toscaan vroeger op de pedalen stampen kon, vliegend over de een of andere kasseistrook tijdens Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen. Snel, sneller, snelst. Zo ook tijdens de edities van 1999 en 2002.

Ik weet nog dat ik mijn eigen gedroomde wielrenner ooit in al zijn naaktheid aantrof in de douches van Roubaix. Modderspatten op het gezicht en schaafwonden op schouders en billen. Vermoeid liet Tafi zich onderuit zakken in een van de granieten kleedhokjes. Met het zitvlak stevig tegen het uitgevreten hout aangedrukt, de spieren voor het eerst sinds zesentwintig kasseistroken ontspannen, de benen gestrekt. Een zucht en een veeg over het gezicht. Hij had niet gewonnen die dag.

Het was lastig om in de wielerheld van weleer plots een boer te moeten zien. Accepteren dat het niet over verzetten maar over olijven, steenuilen en wilde zwijnen ging. 'Sttttt! Dat is het geluid van de Geitenmelker.'

Ver verwijderd van het wielercircus genoot Tafi zichtbaar van zijn nieuwe status als herenboer. Hoezo zwarte gat? Het leven is verrukkelijk en dat vond ik aan het einde van een middag hard werken eigenlijk ook. Vroeger hadden gepensioneerde sporters in Nederland een sportzaak of een sigarenwinkel.

Tegenwoordig doen ze van alles en nog wat, of ze beleggen in foute projecten in Dubai. Italiaanse oud-sporters doen doorgaans hetzelfde, maar ze worden ook vaak (wijn-)boer. Zoals oud-voetballer Paolo Rossi en de legendarische Francesco Moser bijvoorbeeld, die me een paar weken geleden na een middagje op het platteland in Trento met een kistje appels en trossen druiven op pad stuurde naar huis. Heeft ook wel wat.

Zowel Tafi als Moser wonnen tijdens hun carrière de Ronde van Lombardije, de klassieker van de vallende herfstbladeren die morgen voor de 103de keer langs het kerkje van Ghisallo gaat. Tafi en Moser zijn er vermoedelijk niet bij. Veel te druk met plukken

Monday, October 12, 2009

Carmando en Maradona


Als de tifosi in stadion San Paolo Maradona de spelerstunnel uit zagen stappen, dan wisten ze het al. Het was een vast ritueel, en verdomd dat het nog werkte ook. Vanaf het moment dat Maradona langs de zijlijn begon met het zoenen van het hoofd van masseur Salvatore Carmando, werd door Napoli thuis niet meer verloren. En toen hebben ze er maar een traditie van gemaakt. Eerst kussen, dan aftrappen. Allemaal uit bijgeloof. Het bezweren van kwade krachten is in Napoli een serieuze zaak. Voetbal ook. En misschien besloot Maradona daarom om zijn kameraad uit Napels mee te nemen naar de WK van 1986 in Mexico, als een soort talisman. Dat Carmando ook over een stel gouden handjes beschikte en moppen kon tappen als de beste, was mooi meegenomen. Tussen Armando en Carmando zou een warme vriendschapsband ontstaan. Op YouTube staat een geestig filmpje van het komische duo. De heren staan in de kleedkamer van het San Paolo, na afloop van het tweede scudetto in het seizoen 1989/90. El Pibe de Oro heeft Carmando beet bij de schouders en orakelt dat de verzorger als een soort broer voor hem is. ‘En daarom, beste Carmando, draag ik deze titel op aan jou. Voor alles wat je voor me gedaan hebt’. De masseur kijkt ontroerd in de lens van de camera: ‘Evviva Napoli!’
Diego Armando ging, maar Carmando bleef. Ook toen het met Napoli minder ging. Onverschrokken bleef de masseur het veld inhollen met die vlezige, korte pootjes van ‘m. Zoals die keer toen Alemao tijdens een duel tegen Atalanta werd geraakt door een muntstuk van 50 lire. Met de hoofdwond viel het allemaal heus wel mee en toch brulde Carmando tegen de Braziliaan; ‘Op de grond blijven liggen! Dan geven ze ons de wedstrijd gewonnen.’ Alhoewel de masseur woorden van die strekking altijd heeft ontkend, wordt het akkefietje hem twintig jaar na dato nóg nagedragen. Vooral door de fans van Milan, de ploeg die tweede werd, op slechts twee punten achterstand.
En toen zat het er plotseling op. Na 35 jaar trouwe dienst werd Carmando deze zomer tegen zijn zin met vervroegd pensioen gestuurd. Zomaar afgedankt, bij het oud vuil gezet. En dat is dus de voetbalgoden verzoeken. Gek hè, maar Napoli schopt dit seizoen geen deuk in een pakje boter. De club staat 15de op de ranglijst, de spitsen scoren maar niet. President De Laurentiis knikkerde inmiddels zijn technisch directeur en trainer Donadoni op straat, maar het einde van de misère lijkt nog niet in zicht. Als ik De Laurentiis was, zou ik Salvatore Carmando vanachter de geraniums wegplukken. En misschien kan de talisman dit weekend ook nog even op bezoek in Buenos Aires om bondscoach Maradona bij te staan tijdens het WK-kwalificatieduel van Argentinië tegen Peru. Snel een aai over de benen van Messi, een kus langs de zijlijn en voetballen maar. Succes gegarandeerd.