Monday, March 03, 2008

Super-Pippo

Het waren de weken van Cipollini. Tanto tanto Cipo. Veel foto’s en berichten. Cipo in een Hummer, de ploegleidersauto van Rock Racing. Cipo in volle sprint, Cipo op zijn billen onderuit. Cipo, Cipo, Cipo en het einde is voorlopig niet in zicht. Vorige week begon de la Gazzetta dello Sport ineens over Cipo aan de start van Milano-Sanremo, de koers die in 2002 al eens door hem gewonnen werd. Hoorde de Koning niet gewoon thuis in de 99ste editie van la Classicissima, stelde de roze sportkrant? Zou dat geen ultiem eerbetoon zijn? Helemaal gezien het feit dat de voorjaarsklassieker dit jaar wordt verreden op 22 maart, toevallig de dag dat Cipo zijn 41ste verjaardag viert. Van Angelo Zomegnan, de baas van de Giro en Sanremo die, mag het vast. Maar van Pat McQuaid van de UCI vast niet. Wie wél mag meedoen, is de winnaar van 2006; Filippo Pozzato. De zelfbenoemde glamourboy van het peloton ziet in zichzelf graag de opvolger van Cipo, maar persoonlijk vind ik dat Superpippo te zeer zijn best doet om op zijn idool te lijken. Je kunt ook té graag willen. Wat men ook van Cipollini moge vinden - te stoer, te geil of te snel – één ding is zeker: Cipo IS de geboren macho. In vlees en bloed. Van veinzen is geen sprake. Cipo vergeef je de highlights in het haar, voor Pippo Pozzato geldt dat niet.

Lees meer van de column van Verhoofstad in de nieuwste Wieler Revue, nu in de winkel.

www.wielerrevue.nl

Sunday, March 02, 2008

Een nieuw seizoen Dekker


Aan het einde van een lange wielerloze winter staat met de Omloop het Volk de officieuze ouverture van het seizoen op de agenda. Lekker weer koersen. Eindelijk! Ook voor Thomas Dekker, Neerlands hoop in bange wielerdagen, die op dit moment in Spanje meedoet aan de Ronde van Valencia. De ambitie van de Rabo-renner is dit seizoen onverminderd groot. ‘Ik wil een klassieker winnen. Luik, de Waalse Pijl of de Amstel Gold Race. Ja graag. En goed rijden in de Tour’. En het liefst geen gedonder met die heup natuurlijk. Tsja, die heup. Hoe is het eigenlijk met DE HEUP van Thomas Dekker? Dat verdomde gewricht dat hem vorig jaar zo vaak dwars zat. ‘Goed, kijk maar’, zegt Dekker terwijl hij in Lucca de benen de lucht in zwiert. Officieel heet het om een slijmbeursontsteking te gaan, een irritatie die wordt veroorzaakt doordat het bovenbeen niet soepeltjes in de heupkom scharniert. ‘Bij iedere omwenteling op de fiets schraapte het daardoor bot tegen bot en dat ging zeer doen. Ik heb me de afgelopen tijd heel erg intensief laten behandelen. Dat waren sessies van wel drie uur aan een stuk. En maar oprekken die boel. Op een gegeven moment lag mijn been zowat verticaal naast mijn oor in de lucht. Nu voelt het weer lekker los. En belangrijker: ik rij zonder pijn’. Dekker kampt wel met een lichte conditionele achterstand. Tijdens het trainingskamp van de Rabobankploeg in Spanje speelde de blessure namelijk weer op en keerde Dekker vroegtijdig naar huis. Thuis. Dat is tegenwoordig Montecarlo, de officiële residentie van de renner. Maar ook Dirkshorn, in Noord-Holland, waar de feestdagen met de familie werden doorbracht. En Lucca natuurlijk, de Toscaanse uitvalsbasis waar hij de afgelopen jaren vaak verbleef. En ook al zette hij de samenwerking met zijn ‘dopingtrainer’ Luigi Cecchini inmiddels stop, Dekker mag er nog altijd graag komen. Gewoon, om vrienden te bezoeken of om te trainen. In de Apennijnen, tegen de Monte Serra omhoog of in een treintje op het vlakke. Kilometers maken achter de scooter van zijn vriend Stefano, achter de rug van de inmiddels afgezwaaide doortrapper Michele Bartoli of aanhaken bij Mario Cipollini, de sprinter die onlangs zo verassend zijn rentree maakte voor de Amerikaanse wielerploeg Rock Racing. ‘Goh, die Cipo. Is bijna 41 jaar, maar dus niet bij-te-houden he? We trainen met hetzelfde systeem, dat het aantal omwentelingen telt, wattages zus, tijdritblok zus. En een power dat die Cipo heeft, echt ongelooflijke snelheden haalt hij nog steeds. En elke dag natuurlijk een ander tenue aan. Alles op elkaar afgestemd. Shirtje, broek, kousen, valhelm én fiets in dezelfde kleur groen, roze, zwart of wit. En tijdens de training minstens twee keer afstappen als hij langs de weg een mooi vrouwtje ziet staan. Wel lachen hoor. Ik vind het wel mooi dat zo’n kleurrijke figuur weer terug is in de wielersport. Je hoort mensen nu al praten over die patsers van Rock Racing in hun enorme Hummers als ploegleiderswagen, maar ik vind dat de wielersport af en toe best wat opgeleukt mag worden. Is toch mooi voor het publiek? Die komen toch graag naar een Cipollini kijken?’, aldus Dekker die met Cipollini overigens gemeen heeft dat hij sindskort part-time inwoner van Lucca is. Als de Rebo-renner tot nu toe voor een paar dagen in het vestingstadje verbleef, logeerde hij steeds in hotelletjes of bij een vriend. Dat moest maar eens afgelopen zijn. Vond Dekker, die dit najaar een appartement kocht in het historische centrum van de stad. In een prachtig oud pand, dat vroeger dienst deed als hoofdkantoor van een bank. ‘De fietsen staan straks veilig in de kelder, in de voormalige kluis’. Vanuit het raam op de eerste verdieping kijkt Dekker tegen de façade van een oud Romeins anfiteatro. Ook handig: het appartement is tegenover sportspeciaalzaak Tuttosport en naast de mercato. Hoeft Thomas straks maar de hoek om voor een paar verse plakken prosciutto en wat pomodori voor op de boterham. De flat meet ruim honderd vierkante meter, heeft twee slaapkamers en twee badkamers. ‘Handig voor als er gasten komen’. Een kennis van een kennis hielp Thomas met de inrichting, want tsja, ga dat allemaal maar eens uitzoeken in je eentje. Bankstellen, bedden, lampen, vloerkleden voor op de granitovloer, een lekker groot televisietoestel en een open keuken met inbouwapparatuur. Niet te doen, toch? Dekker heeft wel wat beters aan zijn hoofd. De inrichting is over het algemeen sober en modern. Alleen bij het uitkiezen van een bed ging Dekker voor extravagant, maar toen het knalroze ding de flat werd binnengedragen, bleek dat toch iets over de top. ‘Stond voor geen meter, hebben ze meteen weer weggehaald’. ‘Ze’ zijn de Italiaanse binnenhuisarchitecten die Dekker bij zijn keuze adviseerden. ‘Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. Het is echt helemaal áf’, zegt Dekker trots, al moest hij onlangs nog wel zelf op en neer naar de IKEA in Florence. ‘Niet echt mijn winkel, maar waar haal je anders bestek vandaan?’ Inmiddels is de inrichting bijna voltooid en het gas, water en licht aangesloten. Het enige dat er nu nog aan ontbreekt is een mooie foto voor boven het bed. En nee, dan doelt Dekker dus niet op een afbeelding van een rondborstige blondine. ‘Eigenlijk ben ik dus op zoek naar een mooie zwart-wit foto van Coppi en Bartali om te laten uitvergroten. Dat zou hier toch geweldig passen in dit interieur?’ Hij lacht. Het leven is vurrukkulluk. Dekker hoor je niet klagen, die telt zijn zegeningen. Je moest eens weten hoe vaak hij op de fiets aan zijn vader denkt. ‘Die stond als 13-jarige al op het land en moest tot zijn 25ste al zijn geld aan zijn ouders afgeven. Dat was heel normaal, maar dat kun je je nu toch niet meer voorstellen? Veel respect hoor, voor die man’. Hoe anders ziet het leven van de zoon er vooralsnog uit. Die zwoegt niet op het land, die zit op de fiets. Die heeft van zijn hobby zijn beroep kunnen maken, anders had de 23-jarige wielrenner nu misschien wel voor de klas gestaan. Lesgeven aan kinderen op de basisschool, want dat toekomstperspectief zag Dekker vroeger ook wel zitten. ‘Ik ben echt dol op kinderen’. Of de wielrenner ooit nog meester wordt, valt te bezien. Voorlopig eerst maar even koersen en winnen als het kan.