Friday, June 15, 2007

Over de 'moord' op Ottavio Bottechia


Ik zat onlangs op het strand van Marina di Pietrasanta. Omringd door gepensioneerde opa’s en oma’s en veel moeders met kleine kinderen. Twee parasollen verderop rolde peuter Edoardo zich met natte luier en al nog maar eens om in het rulle zand, jengelend om de zoveelste gelato. Mijn breiende buurvrouw Alfonsina van tachtig liet zich ondertussen niet van de wijs maken: insteken, omslaan, doorhalen en af laten gaan voor de weeskinderen van Roemenië. Zo vierde je dus zomer op z’n Italiaans. Op een groen strandbedje van bagno Tina. Lekker zonnebaden in het dorp waar Michelangelo rond 1500 zijn beroemde David uit wit marmer beitelde. Wat wilde je nog meer? Ik pakte de Gazzetta dello Sport erbij en bladerde naar pagina 21 voor nieuws uit de wereld van het wielrennen. Veel gedoe over Ivan Basso – natúúrlijk. Verder een artikel over Piepoli al dan niet positief en een nieuwsbericht over de arrestatie van oud-renner Vito Taccone (onder andere winnaar van de Ronde van Lombardije in 1961), vanwege de illegale handel in vervalste merkkleding. Il Camoscio d’Abruzzo (het hert van de Abruzzen), provinciegenoot van Giro-winnaar Di Luca en voorheen een begenadigd klimgeit, zat al vaker in het gevang. In 1982 liet Vito tijdens een knokpartij zijn handjes iets te ruig wapperen en een paar jaar later werd hij opgepakt vanwege oplichting en het uitschrijven van ongedekte cheques. Nog meer over wielrennen en criminaliteit rechts onderaan de pagina. Een artikel over de mysterieuze dood van Ottavio Bottecchia, in 1924 Italiës eerste winnaar van de Tour de France. ‘Tachtig jaar geleden overleed de legende en quel giallo (de thriller) is nog altijd onopgelost’, kopte de sportkrant. Ik las gretig verder. Over het heldenleven van Ottavio, zoon van de straatarme molenaar Pietro en zijn echtgenote Elena, die op 3 juni 1927 zo tragisch aan zijn einde kwam. Een boer uit de buurt van Peonis, een zekere Lorenzo di Santolo, vond de crêperende renner die ochtend in een greppel langs de kant van de weg, met zijn uiteen gebarsten hoofd in een plas bloed. De contadino, die de beroemde Bottecchia niet had herkend, gooide de gewonde coureur evenwel over zijn schouder en bracht hem te voet naar het ziekenhuis van Gemona, waar de tweevoudig winnaar van de Tour (1924 en 1925) twaalf dagen later overleed aan de gevolgen van een schedelbasisfractuur. Nadat de verzekering de familie vijfhonderdduizend lires had uitbetaald, kon het grote speculeren beginnen.

Lees meer over het einde van Ottavio Bottechia in de nieuwste Wieler Revue, hét wielermagazine dat deze maand geheel gewijd is aan de komende Tour de France.

No comments: