Saturday, May 23, 2009

Bartali op een wolkje in de hemel

Een potige non op Birkenstockslippers leidde me de weg door de kapel, dwars door de overwoekerde en rommelige kloostertuin, richting de ingang van een grot die half verscholen lag onder een bramenstruik. We sloegen wat takken weg. De non deed het luik open. En daar gingen we dan. De trap af, samen de duisternis in. Moederoverste tilde haar rok wat omhoog en knipte een zaklantaarn aan. Er schoot ongedierte weg. Muizen, ratten misschien. Ik dacht aan al die Joodse onderduikers die tijdens de oorlogsjaren zaten opgesloten in dit vieze, vochtige hol. Mannen, vrouwen en kinderen. Hele gezinnen op de vlucht. En dan maar hopen dat Gino Bartali langs kwam.

Ach, over Bartali is al zoveel gezegd, verfilmd, gedicht, gezongen en geschreven. Ook door mij. Mooie, heroïsche verhalen vooral. Over legendarische overwinningen en over de rivaliteit met Coppi. Waarom je vóór de een en tégen de ander moest zijn. De gedreven Campionissimo tegenover de vrome Toscaanse volksheld die een pakje pafte per dag. Ginetaccio was de diesel die tegelijkertijd zo lichtvoetig tegen een berg omhoog kon fladderen. ‘Met die trieste neus als een helling en met een twinkeling in de ogen als een Italiaan op vakantie’, zong Paolo Conte. De wielrenner werd een legende toen hij met zijn overwinning tijdens de Ronde van Frankrijk van 1948 een burgeroorlog in eigen land voorkwam. In Rome was een revolutie op handen maar toen het nieuws over Gino’s overwinning tijdens de Tour doorsijpelde, sloeg de sfeer om en veranderde volksopstand in volksfeest.

En dan had je nog Bartali de verzetsheld. Zelf weigerde hij over zijn rol voor de ondergrondse te praten (‘Ik ben geen held, dat zijn anderen’) maar eind jaren tachtig viel zijn naam voor het eerst tijdens de film ‘Assisi Underground’ van de Rai. Overlevenden hadden het over een beroemde wielrenner die langskwam met valse identiteitsbewijzen. Twee jaar geleden werd de status van Bartali als bescheiden verzetsstrijder bevestigd door Paolo Alberati, oud-profrenner en tevens student aan de universiteit van Perugia. Hij sprak voor zijn afstudeerscriptie met nonnen, dook in het archief van het Vaticaan en interviewde familieleden, vrienden en oud-collega’s. Volgens Alberati ondernam Bartali tussen september 1943 en juni 1944 zo’n veertig zogenaamde trainingstochtjes van Florence naar Assisi, ritjes van zo’n 380 kilometer per dag. Heuvel op, heuvel af, met rolletjes geheime documenten in het buizenstelsel van zijn Legnano verstopt. Soms werd hij staande gehouden door militairen langs de weg. Dan zei de beroemde wielrenner dat hij aan het trainen was. Mooi dat de fascisten die smoes geloofden. En soms werd er zelfs om een handtekening gevraagd. Trok Bartali er meestal met knecht Alfredo Martini op uit, deze geheime missies volbracht hij in zijn eentje. Zelfs zijn echtgenote Adriana bracht hij niet op de hoogte.

En dan zat zuster Eleonora rond het middaguur te bidden in de kapel als ze het geratel van de fiets van Bartali op de middeleeuwse klinkers hoorde: ‘We herkenden hem bij de voordeur aan zijn stem. Ze zeiden: ‘Dat is Bartali, een kampioen’. Hij bleef nooit lang. Dat zou maar verdacht zijn geweest’.

Op 5 mei 2000 stierf de Italiaanse wielerheilige thuis in Florence. Hij bezweek op 85-jarige leeftiijd aan de gevolgen van een hartaanval. Het gerucht ging dat zijn laatste woorden le montagne, le montagne waren. Een plak salami en een slok wijn en dat was het dan wel. ‘Ciao Ginetaccio, nu kun je in de hemel van wolk naar wolk fietsen, zoals je ooit bergen beklom’, schreef de Gazzetta. Amen.

Moederoverste sloeg een kruisje. Ze deed het luik naar de grot dicht. Tijdens de koffie met cantuccini vertelde ze dat ruim vierhonderd ondergedoken Joden uit Assisi het land uiteindelijk veilig hebben weten te ontvluchten. Mede dankzij Gino Bartali.

De organisatie van 100 jaar Giro d’Italia eert vandaag één van haar meest kleurrijke helden met een etappe dwars door Toscane met de finish in Florence. Ik zorg dat ik op tijd bovenop de Montemagno sta om de renners halverwege te zien afdalen richting Lucca. Gino zelf volgt het spektakel vermoedelijk vanaf een wolkje hoog in de lucht.

1 comment:

Anonymous said...

Prachtig beschreven, Renate! Ik geniet altijd van je columns in AD Sportwereld! Alleen de regelmaat waarin het verschijnt is mij niet duidelijk...

Ga zo door!