Friday, December 12, 2008

Cassanate

Als de stoom Danko Lazovic nog eens uit de oren komt, kan de PSV’er beter een voorbeeld nemen aan Antonio Cassano. Dat klinkt gek. De Italiaan heeft minstens zo’n kort lontje als de Serviër en had Huub Stevens (én zijn moeder) in een vergelijkbare situatie vermoedelijk ook voor pussy uitgemaakt, of nog erger, maar Cassano doet dat sinds dit seizoen heel gewiekst met de hand voor de mond. Het is een gek gezicht, maar de zelfcensuur werkt. Zelfs liplezers kunnen de verwensingen van Anto’ niet langer vertalen. De George Best van Bari was mede daarom nog niet in opspraak dit seizoen. Hij was wel positief in het nieuws. De comeback kid is eindelijk weer op gewicht, komt (bijna altijd) op tijd voor de training, is aanvoerder van Sampdoria en heeft serieuze verkering met een meisje dat aan waterpolo doet en die hem op het rechte pad houdt. Cassano laat zijn voeten weer spreken. Het werd tijd. In Italië noemen ze hem een fuoriclasse, een speler van de buitencategorie. In potentie is Cassano dat ook, maar de spelmaker zat zijn eigen talent vaak in de weg. Hij is een heethoofd op z’n Italiaans, zo een die onmogelijk tot tien kan tellen. En nog trots ook. O wee als een trainer hem in het verleden op de bank durfde te zetten. Dan sloegen de stoppen door. Dan maakte Cassano zich zonder pardon uit de voeten, in één van zijn vele Ferrari’s of Mercedessen. Dan bekeek hij het duel net zo lief thuis voor de buis. Met mama Giovanna naast hem op de bank en een schaaltje met Napolitaanse panzarotti op tafel, net als vroeger. Cassanate is het woord dat Fabio Capello verzon om de streken van de weerbarstige voetballer te omschrijven. De toenmalige trainer van AS Roma werd in een volle kleedkamer ooit voor stuk stront uitgemaakt. ‘Nog minder waard dan het geld uit Monopoly’. Ook Gabriel Batistuta heeft het geweten. Toen de Argentijn het waagde om voor te dringen tijdens het bestellen van een caffè macchiato, peuterde Cassano opzichtig in zijn neus en roerde daarna met zijn vinger door de koffie van Batigol. ‘Zo, en nu wil ik wel eens zien of je ‘m nog opdrinkt’, zei de nieuwkomer tegen de ouderling. Cassano won. De lijst met anecdotes is oneindig. Cassano lepelt ze allemaal op in zijn deze week verschenen autobiografie. Hij neemt geen blad voor de mond en beledigt vriend en vijand. Vermakelijk zijn de verhalen over avondjes uit met oud-ploeggenoot Francesco Totti met wie hij vaak op- en neer scheurde naar Milaan. In tweeëneenhalf uur. Vanuit Rome! Alhoewel Cassano sinds Carolina celibatair zegt te leven, beweert de Casanova tot nu toe met zo’n zes- á zevenhonderd vrouwen het bed te hebben gedeeld. Jazeker, ook de dag voor de wedstrijd. Met een fotomodel uit Nederland bijvoorbeeld, met wie hij de liefde bedreef in de kleedkamer van Trigoria, het trainingscentrum van AS Roma, totdat de massagetafel het begaf. Niemand die er wat van durfde te zeggen. Zolang Antonio maar scoorde. In Madrid was het nog makkelijker. Daar betaalde hij de piccolo van het hotel vijftig euro om meisjes via de brandtrap naar binnen te kunnen smokkelen tijdens trainingskampen van zijn club Real. Het was makkelijk scoren in bed, wat minder daarbuiten. Cassano botste zoals zo vaak tegen het gezag. Het hoort bij het karakter van een jongetje dat opgroeide in Bari Vecchia, onder moeilijke omstandigheden en zonder vader. Antonio Cassano leerde de kunst van het voetballen op straat. Elke dag pingelen in blote bast tussen de marktkramen op de Piazza del Ferrarese en als de politie hem weer eens wegstuurde, smeet hij met eieren en rotte tomaten. Hij was van de duvel niet bang en wilde altijd winnen. Nog steeds. Het eeuwige talent is inmiddels 26 jaar. Wie weet wordt de belofte alsnog ingelost.

No comments: