Thursday, November 20, 2008

Tomba

Het regent sinds deze week in Lucca. Met bakken komt het uit de lucht. In de grijze verte, richting Abetone, kleuren de bergtoppen van de Apenijnen inmiddels wit. Gelukkig is de biografie van Alberto Tomba net uit. Twintig jaar na het winnen van zijn eerste gouden medaille in Calgary en tien jaar na zijn afscheid van de sport, vond de skiheld het tijd voor een boek. ‘Eerste en tweede manche’ * gaat over Tomba’s avonturen op en naast de piste, over zijn ontelbare successen, over zijn liefde voor pizza, pasta en wijn, zijn acteerprestaties en over zijn mislukte relaties en affaires met Italiaanse modellen en missen, met ene Elisabeth uit Australië, met een blond zangeresje uit Finland en een knappe hostess uit Frankrijk. Het boek van la bomba leest lekker weg met de verwarming wat verder opgestookt en een glas rood in de hand. ‘God schiep de sneeuw en daarna schiep Hij Alberto Tomba. En God zei: ‘Alberto, gaat hene en win’. Tomba ging heen en won. Veel en vaak. Wereldtitels en Olympische medailles. Rats, rats, rats langs de poortjes. Tomba met zijn turbodijen kon bergen laten trillen van geluk. Ze noemden hem ‘de lawine’, ‘het beest’ of ‘pope of the slopes’ omdat de Italiaan onderaan de helling nogal eens door de knieën ging. Handen in de lucht, een kus voor de sneeuw, alweer een overwinning. Je hield als fan je hart vast als hij als een ongeleid projectiel van de helling stoof, wild om zich heen zwaaiend met armen en benen, maar het was genieten geblazen van zoveel grinta. Tomba was uniek. De ene dag stoof het rijkeluiszoontje in boxershort van de piste om een nieuwe onderbroekenlijn aan te prijzen, om de dag erop een trofee naar het hoofd van een fotograaf te slingeren die het had gewaagd naaktfoto’s van hem te knippen in een sauna in Zwitserland. Tomba was de controversiële kampioen die spotte met de wetten van de topsport door de avond vóór zijn gouden race in Calgary tot diep in de nacht de liefde te bedrijven. Met drie dames tegelijk, beweerde Tomba. In het najaar van 1997 ontmoette ik de playboy zomaar zelf. Het gebeurde in Zoetermeer waar Tomba meedeed aan een wedstrijdje indoorskiën voor een goed doel. En daar stond ik dan, samen met de cameraploeg van Sportpaleis de Jong, te bibberen in de vrieskou, met knikkende knieën, op een meter van de Italiaan. Tomba zag er in het echt net zo flitsend uit als op televisie. Iets té pront van postuur. Je kon zien dat hij zich graag een tweede keer liet opscheppen als la mamma thuis in Bologna nog een keer rondging met de schaal lasagne. Zijn krullenbol zat mooi in model. Terwijl Tomba wat stond te kletsen, probeerde ik vanuit de dode hoek zijn aandacht te vangen. Na een tijdje had hij me in de gaten. Ik mompelde wat zinnetjes in mijn beste Italiaans. Over sportpalazzo de Jong enzo en een intervista per favore. Het zou er niet van komen. Albertissimo had andere plannen. Die toverde een ansichtkaart uit zijn binnenzak tevoorschijn, friemelde een handtekening onder zijn eigen afbeelding, nog een mooi hartje erbij en in de hoek zijn mobiele telefoonnummer, voor als ik die avond zin kreeg. Nog een knipoog als toegift en arrivederci! Zonder interview of filmpje droop ik af. Gedesillusioneerd. Wat haalde die Tomba zich wel niet in zijn hoofd. Ik bedacht dat ik de held een ontzettend arrogante, zelfingenomen salami vond. Nou ís de Italiaan dat natuurlijk ook, maar elf jaar na dato overheerst de herinnering aan een legendarisch kampioen die de skisport jarenlang kleur gaf en in die zin wordt grande Tomba vreselijk gemist. In Lucca wordt de ansichtkaart inmiddels liefdevol gekoesterd. Handig als boeklegger bovendien.
* Albert Tomba, prima e seconda manche. Uitgeverij Sperling & Kupfer. ISBN 978-88-200-4635-4

1 comment:

Anonymous said...

Weer 2 mooie stukken, net als over het afscheid van 'Il Grillo' in de wielerrevue!