Tuesday, June 10, 2008

Primo

Ik weet nog dat de kastelein van de bar tabacchi in het Noord-Italiaanse dorpje Sequals een versleten boksschoen in maat 54 op de toog zette. Een enorme schuit was het, in donkerbruin leer met rode veters; de schoen van een reus. Ik verslikte me bijna in de prosecco. ‘Die is nog van Primo Carnera geweest’, zei de man trots. De zolen waren versleten, het leer uitgebeten van het zweet. Daar moest ooit flink op getraind zijn. En dat deed Carnera dan ook. Touwtje springen met dat lijf van twee meter, hardlopen met die 125 kilo schoon aan de haak. Met mannen, vrouwen en kinderen op zijn schouders door de straten van Sequals. Echt waar, Primo deed het. Carnera wist dat hij als bokser geen natuurtalent was, dus moest de achterstand met trainen worden goed gemaakt. Er werd over de Italiaan van alles gezegd en geschreven. Dat hij bij de geboorte al acht kilo woog. Dat hij als twaalfjarige het lichaam van een man bezat. Dat er geen passende schoenen voor hem te vinden waren en dat zijn moeder hem daarom de kistjes van een gesneuvelde Oostenrijkse soldaat aantrok. Dat hij als puber een liter sinaasappelsap, twee liter melk, negentien boterhammen, veertien eieren en een pond prosciutto tijdens het ontbijt gebruikte. Dat de familie van Primo (mozaïekmakers van beroep) daar helemaal het geld niet voor had en dat pa en ma hem daarom naar een vrijgezelle tante in Frankrijk zonden, waar hij als prijsvechter bij een rondreizend circus terechtkwam. Dat Torre Gorgonzola uiteindelijk door een Parijse bokspromotor werd ontdekt, die van de reus een bokser besloot te maken. Ze zeiden dat hij een freak was. Dat hij er eigenlijk geen hout van kon. Dat hij maar wat liep te maaien met die armen, dat zijn voetenwerk nergens op leek. Dat hij kampioen werd gemaakt door New Yorkse mafiosi, die Primo’s potjes met dollartekens in hun ogen bekeken vanaf de eerste rij. Met een dikke sigaar in de mond en met chique gleufhoeden op de bol. Er werd gezegd dat hij een domoor was die zich liet paaien door Benito Mussolino die in Carnera het ideale propagandamiddel zag. Ach, ze zeiden zoveel. Feit is dat Primo Carnera Italiës eerste en enige wereldkampioen boksen in het zwaargewicht is en daarmee een held voor altijd. Hij wordt in één adem genoemd met campionissimo Coppi en racelegende Nuvolari en nog steeds zeggen moeders tegen hun kinderen: ‘Mangi (eet), dan word je later net zo groot en sterk als Carnera’. Zijn populariteit zit hem in het krankzinnige levensverhaal (hij was na zijn carrière ook nog worstelaar én filmster), waar boksers patent op lijken te hebben. En Primo had lef. Die ging naar de grond en stond weer op. Zoals in 1934 toen hij door Max Baer elf keer in twaalf ronden (een record!) tegen het canvas werd gemept. Carnera had na de eerste uppercut ook kunnen blijven liggen. Hij deed het niet. Hij stond op. Zoals hij het zijn hele leven gewend was geweest. Primo Carnera had al een eigen museum, een eigen stichting. Boeken, documentaires, schilderijen en strips werden aan hem gewijd. Vorige week kwam daar een fictiefilm bij, gemaakt door de Italiaanse cineast Renzo Martinelli. ‘Primo Carnera, the Walking Mountain’, ging in première in Madison Square Garden in New York, op de plek waar Carnera precies 75 jaar geleden wereldkampioen werd door Jack Sharkey in de 6de ronde knockout te slaan. In de bokstempel dit keer geen gangsters op de eerste rij, maar sterren zoals Robert de Niro, Sylvester Stallone en Martin Scorsese. En ze applaudiseerden allemaal voor Primo Carnera, de bokser die in 1967 overleed aan de gevolgen van suikerziekte en een leveraandoening. De reus stierf thuis in Sequals. Hij was pas 60 jaar oud. Nog een laatste espresso in Villa Carnera, een schietgebedje en dat was het dan wel. Op zijn graf hebben ze een mooie buste van de bokser neergezet. Wereldkampioen staat eronder: Primo.

2 comments:

Anonymous said...

Alweer een fantastisch sfeervol verhaal. Van deze Pasta Sport lust ik nog vele borden vol. Ook de verpersoonlijking van Pasta Sport aan tafel bij Jack van Gelder was een ware verademing en smaakt naar vele herhalingen. Forza!

Anonymous said...

leuk verhaal! het is echt plezierig om hier te komen lezen!!