Dit blog ging over sport in Italië, een opera d'arte, een voorstelling als het leven zelf waarin het draait over winst, verlies, trots, schoonheid, corruptie, vreugde en verdriet. Maar ik woon weer in Nederland. Land van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De pasta is vervangen voor het spruitje. Maar het leven is niet minder verrukkelijk. Een blog over het zoete Hollandse leven, door de ogen van Renate Verhoofstad, sportjournalist en schrijfster.
Friday, October 20, 2006
Knoote 1e Nederlander in Serie A
Clarence Seedorf is op dit moment de enige Nederlandse voetballer in de Serie A. Hoe anders was dat in het verleden toen voetballen in de Italiaanse competitie nog reuze trendy en hip was. Italië was niet alleen het land van pasta, pizza en wijn, het was hét voetbalmekka. Daar kon je je als topspeler wekelijks meten met de allerbesten, daar kon je je zakken vullen, daar was het belastingklimaat ideáál! Vanaf de jaren tachtig maakten heel wat Nederlanders hun debuut in de Serie A. Niet alleen Gullit, Rijkaard en Van Basten, maar ook Ruud Krol, Jan Peeters, Wim Kieft, Michel van de Korput, Aron Winter en Mario Been pakten hun spullen. Een decenium later, tijdens een soort tweede exodus, volgden spelers als Kluivert, Davids, Bogarde, Reiziger, Stam en Van der Sar. Nederlandse spelers waren als handelswaar reuze populair. Die kon je voor een prikkie aanschaffen en ze pasten zich zo lekker aan! Geen gedoe met te laat uit bed of communicatieproblemen (al sloeg Edgar Davids af en toe met een boksbeugel om zich heen). Het was overigens niet altijd een onverdeeld succes met gli Olandesi. Van der Sar, toch algemeen beschouwd als één van de beste doelmannen ter wereld, maakte in Italië vooral naam als grabbelaar. Fans van Juventus herinneren zich nog altijd Sar's 'papere', oftewel: blunders. Ze vroegen zich af of hij misschien een brilletje nodig had? En Carlo Ancelotti houdt tot op de dag van vandaag vol dat Van der Sar hem twee scudetti gekost heeft. Enfin, het liep vaker goed af. Over Van Basten raken ze nog steeds niet uitgepraat en ook Faas Wilkes was een absolute cultheld tijdens de jaren vijftig. Hij speelde voor Inter de pannen van het dak. Als 'Il Tulipano Volante' het op zijn heupen kreeg en kunstzinnig door de linies dribbelde, stond het publiek op de banken. De Nederlander kwam in drie seizoenen tot een totaal van 95 duels waarin hij 47 keer scoorde. Een puik gemiddelde, waarvoor Wilkes tot op de dag van vandaag geëerd wordt. Al was het maar doordat veel mannen van in de vijftig met de voornaam Faas door het leven gaan en ook op die manier de herinnering aan de legendarische middenvoor levend houden. In de jaren daarna speelden nog wat Nederlanders in Italië. Karel Voogt kwam in de Serie B uit voor het Siciliaanse Messina, Willem Lakenberg speelde voor Pro Patria en Piet Kruiver kwam tot zeventien duels voor Vicenza. Het had niet veel gescheeld of een andere vedette uit die tijd had ook in de Serie A gespeeld, maar Abe Lenstra bleef uiteindelijk liever in Friesland. Om te vissen. Daarop trok Fiorentina de in 2002 overleden Piet Roosenburg aan, een speler met een flink onderstel, die snoeihard kon uithalen vanuit stand. Tijdens zijn allereerste duel in dienst van i Viola gaf de midhalf zijn tegenstander van Torino een tik op de lever, waarna Roosenburg de bijnaam 'Il Pugile', de bokser, kreeg. Een kapotte meniscus betekende het einde van zijn carriere in Florence, maar nog steeds is Roosenburg de enige Nederlander die het paarse shirt van i gigliati droeg. Niet dat daarmee de geschiedenis van Nederlanders in de Serie A is verteld. In het seizoen 1905/1906 komt een Nederlander met de naam Menno Knoote al in de annalen voor. Knoote was een Hagenees die aan het begin van de vorige eeuw naar Milaan trok om te kunnen schaven aan diens zangtechniek. In zijn vrije tijd speelde hij voetbal voor de in 1899 opgerichte Milan Football and Cricket Club, het huidige AC Milan. Voetbal was in die tijd alles behalve een Italiaanse sport. Er stonden meer Zwitsers, Duitsers en Engelsen in het veld dan Italianen. Knoote mocht dan Nederlander zijn, hij was met recht een 'goed weer voetballer'. Hij kwam alleen in actie als de zon scheen want stel je voor dat hij een verkoudheid zou oplopen en zo zijn stem zou veruïneren? Voetbal was vooral een spelletje. Op vrijdagen voor de wedstrijd bezocht Knoote steevast la Galleria di Milano in het centrum van de stad. Daar, hoog boven de ingang van een van Europa's eerste overdekte winkelcentra, hing een imposante barometer waarop Knoote de weersverwachting controleren kon. Werd er regen voorspeld, dan bleef Menno lekker thuis. Kopje thee erbij en klaar. Kwam het tijdens een duel tóch onverwacht met bakken uit de lucht, dan sprintte de middenvelder tijdens de wedstrijd zonder pardon van het veld en kon Milan FC het duel gewoon met tien man volbrengen. In boca al lupo. Crepi!
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment