Monday, July 02, 2007

Moord en doodslag op de Stelvio

Ik vroeg vanochtend zoals gewoonlijk om de Gazzetta dello Sport in de edicola bij mij om de hoek. Of ik ook zin had in de vierde DVD uit de serie ‘Le grandi salite del ciclismo’ vroeg de eigenaar. Ik bedacht me dat een naslagwerk in kleur en beeld over de mythische Passo dello Stelvio nooit weg was en rekende snel af. 10,99 euro voor de DVD en een euro voor de roze sportkrant. Twee jaar geleden beklom ik de berg zelf. Lopend, dat wel. Vanaf Trafoi in 48 haarspeldbochten richting de top, waar de Banco Popolare di Sondrio op 2758 meter over de hoogst gelegen pinautomaat van Europa beschikt.

Het was op een mooie voorjaarsdag in mei, maar een etmaal voordien sneeuwde het nog. Dikke vlokken dwarrelden uit de lucht en bedekten de bergpas onder een imposante laag sneeuw. Als dat maar goed kwam, dacht ik, nu de Giro in aantocht was. Niet dat Alfred Thöni er zenuwachtig van werd. De boswachter uit Trafoi van het type 'ruwe bolster blanke pit', had het op ‘zijn’ Stilfersjoch wel heftiger meegemaakt. Oh jazeker, ook in mei. Thöni was wel wat gewend. Dat kon je aan zijn gezicht aflezen. Zijn perkament-achtige huid leek wel gezandstraald door de elementen. Felle zon, hagel, sneeuw en wind hadden hun vernietigende werk gedaan. Gespleten lippen en diepe groeven in het gelaat, die nog het meest weghadden van de uitlopers van de Ortler, met zijn 3902 meter veruit de hoogste berg uit het massief.

Thöni zei dat het behoorlijk kon spoken bovenop de Stelvio, een pas die begin 18de eeuw door Ferdinand I werd aangelegd om Wenen met Milaan te verbinden dat toen nog onder Oostenrijks bewind stond. Het was de onvoorspelbare kracht van de natuur, maar daar genoot Thöni juist van. Het liefst in zijn eentje. Dan voelde hij pas hoe klein en nietig de mens eigenlijk was, als je dat vergeleek met de onverwoestbare kracht die een berg als de Ortler uitstraalde. Zo dacht Gustavo Thöni er nu eenmaal over, al zei de introverte boswachter dat niet met zoveel woorden. Dat wat eruit kwam, ging overigens in het Duits in plaats van het Italiaans. En ook dat gaf niks. Ze voelden zich hier in de Alto Adige nu eenmaal meer Oostenrijker dan Italiaan. Dat is helemaal niet gek. Tot 1918 maakte de autonome provincie deel uit van het Oostenrijkse Zuid-Tirol, maar tijdens het landje pik van net na de Eerste Wereldoorlog, werd de streek door de Italianen ingelijfd. Dat ging niet van harte. De inwoners van de provincie hebben zich immer tegen de annexatie verzet. Ook al smeet Benito Mussolini er tijdens zijn fascistische bewind een indrukwekkende en onderdrukkende Italianiseringspolitiek tegenaan. Het Duits als voertaal werd bij wet verboden en plaats- en straatnamen werden naar het Italiaans vertaald. En als je het er niet mee eens was, dan hoepelde je maar op naar Hitler’s Derde Rijk, zo oordeelde il Duce en dat was precies wat ongeveer vijfenzeventigduizend Zuid-Tirolers deden. Ze emigreerden naar gebieden in Duitsland en Oostenrijk, al keerde een derde na de Tweede Wereldoorlog weer naar Alto Adige terug. Veel is er sindsdien in de gevoel- en belevingswereld van de gemiddelde Zuid-Tiroler niet veranderd. De voertaal is nog altijd Duits en veel ‘Italianen’ uit de streek voelen zich tijdens EK’s en WK’s meer supporter van Oostenrijk of Duitsland dan van de squadra azzurra. Ook Alfred Thöni schuift anno 2007 liever aan voor een knödel dan voor een bordje pasta.

Terug naar mei 2005 toen Alfred (overigens de broer van viervoudig ‘Italiaans’ wereld- én Olympisch kampioen skieën Gustav Thöni) rond het middaguur de pas besloot af te sluiten in verband met dreigend lawinegevaar. En daar zat ik dan, met al mijn goede bedoelingen voor een mooi sfeerverhaal voor het Algemeen Dagblad. Aan de bar van hotel Tannenheim in Trafoi. Ik bestelde wat te drinken terwijl Thöni achter het stuur van zijn sneeuwschuiver kroop om als de wiedeweerga de driemeter hoge muur van sneeuw uit de weg te ruimen. Ondertussen cirkelde een steenarend op honderd meter hoogte in de lucht. Totdat de boswachter wat extra explosieven het heelal inschoot om een sneeuwverschuiving te veroorzaken. De marmotten sprongen alle kanten op. ‘Dat moet dan maar voor een keer’, zei de staatsbosbeheerder. ‘De koers moet hoe dan ook doorgaan, we hebben al zo lang op de renners gewacht…’.
Al wekenlang maakte Trafoi zich op voor de doorkomst van de roze ronde. Straten werden aangeveegd, kussens in de hotels voor de laatste keer opgeschud en met man en macht werd aan de herbestrating van de SS38 gewerkt. Zo werkte dat als de Giro voorbij kwam. Dan kon er opeens van álles. Jarenlang hadden de inwoners van het bergdorp bij de gemeente om een nieuwe laag asfalt gezeurd maar steeds was het antwoord van de overheid 'nee' geweest. Totdat de directie van de Giro de Stelvio weer eens besloot op te nemen in het parkoers. Ineens waren lokale bestuurders er als de kippen bij om een subsidie hier of daar uit te loven. Want als de koers je berg aandeed, wilde je er als provincie wel goed opstaan natuurlijk. Met aangeharkte voor- en achtertuinen, wapperende vlaggen en wimpels en een paar verse witte strepen op een nieuw wegdek. Toegestroomde toeristen brachten vanzelf weer geld in het laatje.

De opwinding hing in Trafoi dus al dagen - wat? - het hing al weken in de lucht, al werd het verlangen naar de koers overschaduwd vanwege het overlijden van alpinist Christian Küntner, een lokale held uit Prato allo Stelvio. De bergbeklimmer kwam de week ervoor zomaar om het leven toen hij in de Himalaya werd meegesleurd door een allesverslindende lawine. Dat was verdrietig zat. Aan de andere kant: de dood lag in de bergen altijd op de loer. Dat hoefde je een inwoner van Trafoi niet uit te leggen. Ook op de Stelvio kwamen regelmatig mensen om het leven. Ze kukelden in het ravijn, belanden in een spleet van de gletsjer of vielen tijdens de een of andere toertocht gewoon dood van de fiets. Vorig jaar nog stierven twee wielertoeristen in het zadel. Pats-boem. Hartaanval. Dood . Eén van de slachtoffers stierf in de helicopter onderweg naar het ziekenhuis. Thöni zat naast hem toen het gebeurde. De fietser was pas dertig jaar oud. Hij overleed hoog in de lucht. Thöni had er het best moeilijk mee gehad. Zo jong als die knaap nog was.

Als de slachtoffers geen natuurlijk dood stierven, dan kon je ze nog altijd zelf de nek omdraaien. Dat was precies wat de veertigjarige Fransman Henry Perreau de Tourville op 16 juli 1876 met zijn Britse echtgenote Madaleine Miller deed. Het blijft 131 jaar later gissen naar het motief. Hield sexy Madaleine er in het struikgewas op de Stelvio een hete affaire met één van Alfred Thöni’s voorgangers op na? Of was het haar echtgenoot Henry Perreau de Tourville zélf die vanwege een plotselinge verliefdheid op een hete Tiroler boerenmeid van Madaleine af wilde? Feit is dat Henry op een mooie zomerdag in juli zijn echtgenote wurgde en haar levenloze lichaam in het ravijn kieperde, waar het werd aangevreten door hongerige ratten en marmotten. Een oplettende boer uit Trafoi echter, had het spektakel vanachter een boom gade geslagen toen hij zijn schapen voor een rondje nam. De contadino kon zodoende tijdens het proces getuigen hoe de Fransman het lijk van zijn vrouw over de reling had geduwd. Perreau de Tourville werd uiteindelijk ter dood veroordeeld, een straf die later werd omgezet in levenslang. In de buurt van Hotel Sottostelvio, op een plek langs het parkoers waar de renners gewoonlijk al diep in het rood trappen, houdt een marmeren gedenksteen de herinnering aan Madaleine Miller levend en nog jaarlijks bezoeken met name Engelse toeristen de plek van de moord.

Voor fietsen en moord en doodslag was de Stelvio oorspronkelijk niet bedoeld. De Passo (of Stilfersjoch in het Duits) werd tussen 1820 en 1825 uit het bergmassief gebikt om het ontoegankelijke berggebied tussen Oostenrijk en Italië beter te ontsluiten voor verkeer per paard en wagen. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd er bovendien flink geknokt, omdat de pas zich nu eenmaal op een strategisch belangrijk punt bevond. Begin vorige eeuw scheurden de eerste auto’s over de top en ook tegenwoordig gebruiken autofabrikanten als Opel, BMW en Maserati de steile afdaling voor hun remtest. De SS38 voert van Prato allo Stelvio naar Bormio. De klim naar de top meet vanaf Prato 24,7 kilometer en kent een gemiddeld stijgingspercentage van rond de acht procent, met af en toe een uitschieter naar boven. Dat is veel minder steil dan de hellingen van de Mortirolo en de Zoncolan, maar het zijn vooral de 48 bochten die de renners doen happen naar adem. Vooral de kilometers bergop tussen Trafoi en Hotel Sottostelvio zijn moordend. De serpent-achtige bochten zijn er haarscherp en de hoeveelheid zuurstof in de lucht neemt in razendtempo af. Op de Stelvio worden namen gevestigd en reputaties gebroken. Eddy Merckx peddelde er ooit als eerste naar boven, net als Felice Gimondi, Bernard Hinault en natuurlijk de campionissimo zelf: Fausto Coppi. De doorkomst bovenop de pas is naar de kampioen der kampioenen vernoemd (Cima Coppi) en zijn beeltenis is er in brons gegoten. Er bestaat een fantastische foto van de etappe van 1953, toen de 36ste Giro d’Italia de Stelvio voor het eerst aandeed. Het beeld van een verbeten Coppi die in z’n eentje tegen de Stelvio opbeukt. De boomgrens is al lang gepasseerd als de frêle kampioen zich een weg baant door een muur van sneeuw, met een koersauto als eenzame volger. Pasquale Fornara, Ginetaccio Bartali, Nino Defilippis en de Zwitser Hugo Koblet zijn dan al lang geklopt. Coppi passeert die dag als eerste de top van de Stelvio, neemt aan de meet in Bormio het roze over van ‘mooie’ Hugo en wint een dag later de Giro in Milaan.

Elisabetta Tschenett, een pronte Trafoi-aanse van 72, en haar man Giancarlo stonden die dag langs de kant van de weg. De eigenaresse van de buurtsuper moedigde Faustino hartstochtelijk aan. ‘Fausto povero. Hij was zó mager en dan dat spitse gezicht. Ik was bang dat hij een longontsteking zou oplopen. Maar denk je dat Coppi vrees had? Tot aan zijn knieën stond hij in de sneeuw. En gewoon doortrappen he?!’ Het waren de jaren vijftig, toen het leven nog goed, mooi en zóveel beter was. Tenminste, zo dacht Elisabetta erover. Italië had de oorlog nog in de benen en wielrenners waren volgens haar nog mannen van staal, die zich op ongeasfalteerde paden een weg omhoog vochten door de modder en de sneeuw. Op zoek naar eerherstel, op jacht naar een beter bestaan. Ellende was de beste doping die je je als coureur kon wensen. Een flinke bistecca of een paar vlezige plakken salami op z'n tijd, wilde ook helpen. Wielrennen was nog volksport nummer één. Wie had het over calcio? Stond er een etappe over de Stelvio op stapel, dan kwamen de tifosi van heinde en ver. Tschenett: ‘Ik heb mensen ontmoet die speciaal uit Napels kwamen. Die waren soms wel twee dagen onderweg’.

Het is de ongelooflijke aantrekkingskracht van een dodelijke klim, waar al heel wat renners zich op stuk beten. Twee jaar geleden stortte wielrenner Ivan Basso geweldig in. De drager van de roze trui, in welke renner de gemiddelde Italiaan toen nog een rotsvast vertrouwen had, zat op de flanken van de Stelvio trillend, bevend en kotsend van ellende in het zadel. In de buurt van hotel Tannenheim liep het hem letterlijk dun door de broek. Voor de objectieve toeschouwer was het een scene om nooit te vergeten. Dít, wat zich hier voor het oog voltrok, was afzien op zijn best. Lijden zoals lijden bedoel was. José Rujano won die dag de etappe, Basso verloor de Giro. Ik bekeek de beelden vandaag opnieuw, dankzij de DVD van de Gazzetta. Mooi filmmateriaal. Nou! Van Coppi, van Eddy Merckx en van Basso, de man die onlangs bekende wél van plan te zijn geweest om EPO te gebruiken, maar het uiteindelijk tóch maar niet deed. Je reinste lariekoek natuurlijk, maar als je de beelden van de totaal uitgewoonde en uitgemergelde Basso zo bekeek, kon je je afvragen of hij niet beter tóch had kunnen pakken?

Blunder Albers


Formule-1 coureur Christijan Albers komt er vandaag in de Gazzetta dello Sport maar bekaaid vanaf. Albers wordt in de statistieken met een beschamende '3' beloond nadat hij dit weekend tijdens de Grand Prix van Magny Cours te vroeg opschakelde tijdens de pitstop en zodoende de brandstofslang achter zijn Spyker aan kreeg. Levensgevaarlijke toestanden, een blunder van jewelste. Hoe het commentaar in het race-verslag van de Gazzetta verder luidde? 'Hij (Albers) opende het weekend door voor de zoveelste keer dit seizoen een bolide de vernieling in te rijden. Hij sloot op 'waardige' wijze af door de brandstofslang los te rukken. Eén advies: het is wellicht beter om aan het einde van dit seizoen niet om contractverlenging te vragen'.

Tuesday, June 26, 2007

Voetbal onder de 21

In Italië wordt het EK onder de 21 al jarenlang bijzonder serieus genomen. Door pers, publiek, de premier en president van de natie, de voetbalbond, de bondstrainer en door de spelers zelf uiteraard. De azzurrini, zoals de jongens ook wel worden genoemd, komen gewoonlijk niet om een gezellig potje te ballen. Nee, Italiaanse junioren willen winnen. Of dat met goed of minder goed voetbal gebeurt doet er niet zoveel toe en in dat opzicht verschill(d)en ze van hun leeftijdsgenoten in Nederland.

De azzurrini werden in het recente verleden vijf keer kampioen tijdens de EK onder de 21. Dat is meer en vaker dan welke andere natie dan ook. Tussen 1990 en 1996 leidde Cesare Maldini de Italiaanse talentenploeg zelfs drie keer op een rij naar de titel, een absoluut record. De Italianen werden lange tijd onverslaanbaar geacht. Het was dan ook even slikken toen de squadra azzurra vorig jaar opeens werd gestuit door het frivole Oranje, een ploeg die tot dan toe niet helemaal voor vol werd aangezien.

Tuurlijk, gli arancioni hadden in het verleden sterren als Gullit, Rijkaard en Van Basten voortgebracht. De Olandesi konden voetbalden als de besten - daar waren de Italianen het ook wel over eens - maar dan toch: fysiek legden ze het vaak af. Om niet eens te beginnen over al dat overdreven gepingel en gepiel van vleugelspitsen langs de zijlijn. En een goeie voorzet geven, ho maar. Dat technische vernuft is allemaal leuk en aardig tijdens een partijtje calcietto of een potje voetbal op het strand, zo oordelen ze in de laars, maar toch zeker niet tijdens een belangrijk toernooi als de EK?

Enfin, dat mooi voetbal ook effectief kan zijn, lieten Foppe en zijn manschappen vorig jaar al zien. Het gerenommeerde Italia werd in de groepsfase pardoes door Oranje naar huis gestuurd. Daniël de Ridder was in de 73ste minuut de boosdoener. Nou, over die kopbal hebben ze het nu nóg. Dit jaar gingen de azzurrini dus op zoek naar revanche. Vendetta voor het leed dat het elftal in Portugal was aangedaan. Het blazoen moest opgepoetst. Dat zou volgens de trainers Zola en Casiraghi helemaal goed komen. En het moet gezegd: met sterren als Montolivo, Pazzini, Rossi, Rosina en Aquilani (allemaal jongens die wekelijks uitblinken in de Serie A) leek de ploeg inderdaad sterker dan ooit. Sbagliato! Mis.

Ineens waren de rollen omgedraaid. Italia liet bij vlagen inderdaad voetbal zien van een andere planeet, maar de ploeg stierf in schoonheid en werd in de groepsfase al uitgeschakeld.
En Oranje? Dat denderde op karakter en doorzettingsvermogen door naar de finale om daarin op Italiaanse wijze Jong-Servië af te serveren. Het was misschien niet altijd even fraai wat de jongens van Oranje lieten zien en de finale viel in zijn geheel wat tegen, analyseerden ze er na afloop bij de Rai uno op los, maar over het hele toernooi gezien hadden gli arancioni het wel degelijk verdiend. Een teken dat zelfs Italianen realistisch kunnen zijn. Ik zat glimmend van trots op de bank, terwijl Foppe ondertussen de beker de lucht intilde.

Je rommelt wat met je hormoonspiegel en klaar!

Er zou sprake zijn van groot nieuws. Ik werd de hele dag al gebeld door verontruste journalisten vanuit Nederland want hoe zat dat met Di Luca, Simoni, Ricco en Mazzoleni? Er had blijkbaar wat over de afwijkende hormoonhuishouding van Italiaanse wielrenners in de Corriere della Sera gestaan. Alle rinkelende alarmbellen nog aan toe! Helaas had ik zaterdag op het strand de Gazzetta gelezen in plaats van de Corriere, dus ik wist nergens van. Ik ben al het gezeur, gezever en de hypocrysie rond het gebruik van doping eigenlijk hartstikke beu, maar ja, je moet als journalist toch wat. Gisteren dus toch maar eens op onderzoek uit. Na een belrondje en wat geklik op internet, was ik op de hoogte. Wat was volgens de Corriere en het Italiaans Olympisch Comité nu het geval?

Nou, bij de Italiaanse wielrenners Danilo Di Luca, Eddy Mazzoleni, Riccardo Ricco en Gilberto Simoni (de nummers één, drie, vier en zes van het eindklassement in de Giro) zouden tijdens een recente dopingtest extreem lage hormoonwaarden zijn vastgesteld. Onderzoek toonde hormoonspiegels aan gelijk die van een jongen van zeven. ‘Laat uw schoolgaande zoon het tijdens een willekeurige koers opnemen tegen renners als Simoni en De Luca en de kans is groot dat hij op basis van een gelijkwaardige hormoonspiegel mee kan komen met de échte profs’, aldus een verslaggever van de Italiaanse kwaliteitskrant tijdens zijn cynische commentaar.

De extreem lage waarden die dankzij het onderzoek werden aangetoond doen vermoeden dat de vier coureurs produkten hebben genomen om het mogelijke gebruik van EPO te maskeren. Ik stond nergens van te kijken en dacht aan wat een bevriende coureur me onlangs in het oor fluisterde: 'De nummers één tot en met twintig van het eindklassement van de Giro zitten allemaal onder de dope. Helaas werkt het in de wielersport zo dat je van een werkpaard een luxepaard kunt maken'. Winnaar van de roze trui Di Luca en de drie overige hoofdrolspelers ondergingen op 30 mei, direct na afloop van de monster-etappe over de Monte Zoncolan, een onaangekondigde bloed- en urinecontrole. Het is niet voor het eerst dat Di Luca en Mazzoleni in verband worden gebracht met dopinggebruik. Eerder vielen hun namen ook in het Oil for Drugs dossier. Di Luca werd in 2004 om die reden geweerd uit de Tour de France. Eddy Mazzoleni heeft de schijn al veel langer tegen. De schoonbroer van Ivan Basso zou via een verdachte sportschool in Noord-Italië aan zijn potten en pillen zijn gekomen. De eigenaar van het fitnesscentrum is door het parket in Bergamo inmiddels in staat van beschuldiging gesteld vanwege de handel in verboden middelen. Oh, maar geen nood. Dan was daar nog altijd zijn verloofde Elisa Basso - zus van - die ook best als koerier wilde fungeren. Eddy moest de eerste de beste stoere poliziotto nog tegenkomen die tijdens een onverwachte controle de charmes van zijn rondborstige vriendin, die ook nog eens blond was, zou kunnen weerstaan. Dat had Eddy goed bekeken, want toen de sexbom zich onlangs tegenover de rechter in Bergamo moest verantwoorden, kwam de ex-miss (die aan de wielercarriere van haar broer en vriendje ook nog een baantje als sexy weervrouw overhield) er met een soort waarschuwing vanaf. En zie daar, Eddy reed deze Giro zomaar met de besten mee omhoog. Zo werd de familienaam 'Basso' indirect toch nog hoog gehouden. Wie had dat van de voormalige gregario kunnen denken, behalve Eddy zelf?

Over Di Luca doen al langer geruchten de ronde. Zo zou de renner uit Pescara door leden van het Italiaans dopingcomité tijdens de meest recente Giro d’Italia zijn gefilmd terwijl hij in een hotel zakken bloed in ontvangst neemt. Ik zie er niet naar uit, maar het is wachten op het volgende schandaal.

Het Italiaans Olympisch Comité, bij monde van president Gianni Petrucci, heeft inmiddels een verontrustende brief gestuurd aan Pat McQuaid waarin hij de UCI verzoekt om het CONI volledig inzicht te geven in de medische dossiers van de vier renners, die de afgelopen tien jaar regelmatig werden gecontroleerd. Of, zoals Petrucci het in zijn brief formuleert: ‘De UCI, het WADA én de verschillende Olympische comité’s moeten voortaan op een eenduidigere en efficiëntere manier samenwerken om de geloofwaardigheid van de sport te kunnen waarborgen. Al langer leeft het gevoel dat renners op een wetenschappelijke manier de fysiologische waarden in hun lichaam weten te conditioneren waardoor dopinggebruik tijdens tests niet langer valt te traceren. Het moet maar eens basta zijn. We moeten ons niet langer verschuilen achter doktersverklaringen en allerlei vreemde medische attesten die worden afgegeven door wel erg bereidwillige artsen’, aldus Petrucci. Tijdens het maken van die laatste opmerking hield praeses vermoedelijk de namen van klimmer Leonardo Piepoli en sprinter Alessandro Petacchi in het achterhoofd. Bij beide coureurs werden onlangs sporen van salbutamolo in de urine aangetroffen, een bestanddeel dat onder andere voorkomt in medicijnen tegen astma. Piepoli beweerde het produkt te hebben gebruikt tegen een allergie, Petacchi zou inderdaad last hebben gehad van astma. Een renner is niet zomaar voor een gat te vangen, natuurlijk! Er werden in het verleden wel hilarischer excuses aangevoerd.

Enfin, volgens Petrucci heeft het CONI inzicht nodig in de medische dossiers van de Italiaanse coureurs om de recente onderzoeksresultaten op waarde te kunnen schatten. ‘Om te kunnen bepalen of de afwijkingen aangeboren zijn of beïnvloed door toediening van medicamenten. Alleen zo kunnen we de waarheid achterhalen’. In de strijd tegen doping valt volgens Petrucci niettemin nog een lange weg te gaan. Hij suggereerde dat vaak met twee maten gemeten wordt: ‘Om een voorbeeld te geven: deze week wint Oscar Sevilla weer gewoon een koers in Spanje, terwijl hij vorig jaar samen met zijn kopman Jan Ullrich werd uitgesloten van deelname aan de Tour de France’.

Volgens Anne Gripper, directeur van het antidopingcomité van de UCI, schetst Petrucci een veel te negatief beeld. Ze vindt het allemaal wel meevallen met de ellende: ‘Nog nooit eerder hebben we zo streng gecontroleerd. Er bestaat daardoor een reeële kans dat de winnaars en de beste renners uit het klassement voortaan echt schoon zijn’, aldus Gripper tegenover de Corriere della Sera. Ja ja. Wordt vast vervolgd. Vooral als het aan Petrucci ligt: ‘Want onder de fans leeft al voldoende het beeld van een totaal verziekte sport’.

Ach, kan de Tour alstublieft snel beginnen?

Friday, June 15, 2007

Over de 'moord' op Ottavio Bottechia


Ik zat onlangs op het strand van Marina di Pietrasanta. Omringd door gepensioneerde opa’s en oma’s en veel moeders met kleine kinderen. Twee parasollen verderop rolde peuter Edoardo zich met natte luier en al nog maar eens om in het rulle zand, jengelend om de zoveelste gelato. Mijn breiende buurvrouw Alfonsina van tachtig liet zich ondertussen niet van de wijs maken: insteken, omslaan, doorhalen en af laten gaan voor de weeskinderen van Roemenië. Zo vierde je dus zomer op z’n Italiaans. Op een groen strandbedje van bagno Tina. Lekker zonnebaden in het dorp waar Michelangelo rond 1500 zijn beroemde David uit wit marmer beitelde. Wat wilde je nog meer? Ik pakte de Gazzetta dello Sport erbij en bladerde naar pagina 21 voor nieuws uit de wereld van het wielrennen. Veel gedoe over Ivan Basso – natúúrlijk. Verder een artikel over Piepoli al dan niet positief en een nieuwsbericht over de arrestatie van oud-renner Vito Taccone (onder andere winnaar van de Ronde van Lombardije in 1961), vanwege de illegale handel in vervalste merkkleding. Il Camoscio d’Abruzzo (het hert van de Abruzzen), provinciegenoot van Giro-winnaar Di Luca en voorheen een begenadigd klimgeit, zat al vaker in het gevang. In 1982 liet Vito tijdens een knokpartij zijn handjes iets te ruig wapperen en een paar jaar later werd hij opgepakt vanwege oplichting en het uitschrijven van ongedekte cheques. Nog meer over wielrennen en criminaliteit rechts onderaan de pagina. Een artikel over de mysterieuze dood van Ottavio Bottecchia, in 1924 Italiës eerste winnaar van de Tour de France. ‘Tachtig jaar geleden overleed de legende en quel giallo (de thriller) is nog altijd onopgelost’, kopte de sportkrant. Ik las gretig verder. Over het heldenleven van Ottavio, zoon van de straatarme molenaar Pietro en zijn echtgenote Elena, die op 3 juni 1927 zo tragisch aan zijn einde kwam. Een boer uit de buurt van Peonis, een zekere Lorenzo di Santolo, vond de crêperende renner die ochtend in een greppel langs de kant van de weg, met zijn uiteen gebarsten hoofd in een plas bloed. De contadino, die de beroemde Bottecchia niet had herkend, gooide de gewonde coureur evenwel over zijn schouder en bracht hem te voet naar het ziekenhuis van Gemona, waar de tweevoudig winnaar van de Tour (1924 en 1925) twaalf dagen later overleed aan de gevolgen van een schedelbasisfractuur. Nadat de verzekering de familie vijfhonderdduizend lires had uitbetaald, kon het grote speculeren beginnen.

Lees meer over het einde van Ottavio Bottechia in de nieuwste Wieler Revue, hét wielermagazine dat deze maand geheel gewijd is aan de komende Tour de France.

Italiaanse clubs in de rij voor Babel


De uitstekende prestaties van Jong Oranje tijdens het EK onder de 21 hebben ook in de Italiaanse media tot euforie geleid. ‘Fiorentina, Palermo en Udinese staan in de rij voor ster Ryan Babel’, kopte de Gazzetta dello Sport een dag nadat de eigen squadra azzurra tegen Engeland niet verder kwam dan een 2-2 gelijkspel. Babel verlengde onlangs zijn contract met Ajax tot en met 2011 maar volgens Italiës grootste sportkrant is de spits van Ajax voor 8 miljoen wel degelijk te koop. Tijdens het duel Nederland-Portugal zaten 150 spelermakelaars op de tribune om de verrichtingen van de verschillende Nederlandse jeugd-internationals te volgen. Onder hen ook vele Italiaanse agenten en afgevaardigden van alle grote Italiaanse clubs. Na het door Oranje met 2-1 gewonnen duel tegen Portugal zit volgens de Gazzetta ook het aantal aanbiedingen voor middenvelder Hedwiges Maduro en flankspeler Royston Drenthe in de lift. De levenswandel van beide spelers worden in het commentaar uitvoerig beschreven. Zowel Maduro als Drenthe worden door de roze sportkrant absolute ‘diamantjes’ genoemd.

Tuesday, June 05, 2007

Ook Juve-trainer Ranieri wil 'Klas Huntelaar'


Claudio Ranieri, de nieuwe oefenmeester van Juventus, is zeer gecharmeerd van Ajacied Klaas-Jan Huntelaar. Dat zei de opvolger van de vorige week opgestapte Fransman Didier Deschamps tijdens een vraaggesprek met de La Gazzetta dello Sport. Ranieri moedigt de komst van Huntelaar aan. Hij ziet in de international (wiens voornaam door de Gazzetta steevast verkeerd wordt gespeld als Klas) de stand-in of opvolger van spits David Trezeguet. Het is niet voor het eerst dat de naam van Klaas-Jan Huntelaar in verband wordt gebracht met Juventus. Verschillende kranten meldden de afgelopen maanden dat de Oude Dame al een akkoord zou hebben bereikt met Ajax over de overname van de aanvaller, die komend seizoen nog zou mogen ‘rijpen’ in Amsterdam. Een afvaardiging van de bianconeri, vertegenwoordigd door Roberto Bettega en technisch directeur Alessio Secco, zou onlangs een bezoek hebben gebracht aan Amsterdam om de details van de toekomstige transfer te bespreken. Juventus zou bereid zijn 18 miljoen euro op tafel te leggen voor Huntelaar. Ook Huntelaar’s mogelijke jaarsalaris werd al in de media gepubliceerd: drie miljoen euro netto. De Tuttosport ging vorige week al een stap verder en publiceerde een gemanipuleerde foto van Huntelaar, met het zwart-witte shirt van Juventus reeds om de schouders.

Monday, June 04, 2007

Verlangen naar Valentino!

Het was gisteren weer eens Rossi-dag. Op het circuit van Mugello won Il Dottore voor het zesde opeenvolgende jaar de MotoGp d'Italia. Tot genot van het publiek en tot tevredenheid van motorfabrikant Yamaha, bandenleverancier Michelin en Rossi zelf. Naar een overwinning voor de held op twee wielen werd gesmacht. Rossi verkleinde zijn achterstand op concurrent Casey Stoner in de stand om het kampioenschap tot negen punten. De strijd om de wereldtitel is daardoor weer helemaal open.

Over zevenvoudige wereldkampioen Valentino Rossi (28) is al zoveel gezegd, geschreven, gezongen en gedicht. Toch krijgt de gemiddelde motorsportfan maar geen genoeg van de flamboyante krullenbol. De status van Il Dottore heeft in Italië inmiddels mythische proporties aangenomen. Dat bleek afgelopen weekend toen de in Londen residerende snelheidsduivel terugkeerde naar zijn vaderland voor de MotoGP d’Italia op het bochtencircuit van Mugello. Het verlangen naar de verloren zoon is groot. De tifosi schreeuwden hem naar de eerste plaats terwijl de coureur de grenzen van zijn grommende Yamaha weer eens opzocht, in een poging concurrent Casey Stoner van Ducati voor te blijven. Met de knieën aan de grond door de curva del Correntaio, vechtend tegen de zwaartekracht, op jacht naar zijn zesde achtereenvolgende zege op het Toscaanse asfalt. Een absoluut record, maar legendarisch was Valentino al veel langer.

Hij is in Italië een icoon van het kaliber Cruyff, Maradona, Schumacher. Rossi is onder motorsportfans geliefder dan de paus, populairder dan premier Prodi en véél belangrijker dan de wekelijkse uitslagen in de Serie A. Verafgoding is de sportverliefde Romein allesbehalve vreemd. Dat die nogal vurige vorm van verering uiteindelijk tot het doodknuffelen van diezelfde held heeft geleid, neemt de fan op de koop toe. Rossi zag zichzelf niettemin genoodzaakt Italië te ontvluchten: ‘Ik ga af en toe naar huis om mijn familie te zien, maar ik kan er niet langer dan drie dagen verblijven. De druk is té groot. Ik zou ooit graag een rustig familieleven leiden, maar in Italië is dat onmogelijk. Ik word er constant om mijn handtekening gevraagd. Beroemd zijn is vreselijk. Het is alsof je in de gevangenis zit’.

Supporterschap heeft in Italië met rationaliteit niets te maken. Met passie des te meer. Alles wat Rossi zegt, doet of nalaat is daarom nieuws, gróót nieuws. De fans willen weten wat hij van abortus en euthanasie vindt (moet kunnen), of zijn politieke voorkeur naar links, rechts of het midden uitgaat, of hij vloekt (ja), wat zijn lievelingsdier is (schildpad), wat zijn favoriete voetbalclub is (Inter), wie hij de beste voetballer allertijden vindt (Maradona), naar wat voor soort muziek hij luistert (Vasco Rossi, Pink Floyd en AC/DC), of hij bijgelovig is (ja), met hoeveel vrouwen hij het bed heeft gedeeld (meer dan 10 en minder dan 100), hoeveel van die vrouwen dat deden omdat hij Valentino Rossi is (allemaal), met hoeveel vrouwen hij tegelijkertijd het bed deelde (2) en nog veel meer details Valentino’s privé-leven aangaand. Ook in de roddelbladen komt Rossi geregeld aan de beurt. Smeuïge verhalen en dito fotoreportages in de Novella2000 en de Chi over Vale in zwembroek tijdens een vakantie met Arianna Matteuzzi, sinds drie jaar zijn vaste verloofde. Volop gespeculeer over een aanstaand huwelijk en mogelijke liefdesbaby’s, zoals dat ook al het geval was toen de motormuis het volgens de schandaalpers met actrice Martina Stella en showgirl Maddalena Corvaglia hield.

De achterklap moet Rossi een doorn in het oog zijn. Tegelijkertijd zoekt de showman vaak zélf de aandacht en publiciteit. Als er via de media een akkefietje met een rivaal moet worden uitgevochten, als meneer ontevreden is over de kwaliteit van zijn Michelin-banden of als er links en rechts wat miljoenen kunnen worden verdiend met de een of andere televisiereclame voor een Italiaans biermerk. De commerciële waarde van Rossi is ongeëvenaard en voorlopig lijken er nog geen grenzen aan de groei. Oneindig is de lijst hits op Google, het aantal aan hem opgedragen websites en fanclubs. Er wordt binnenkort een boulevard (46esima strada) naar hem vernoemd in Riccione, er zijn scharrige popliedjes aan de ster opgedragen en bijna dagelijks staat zijn naam in de krant. Dat is sinds zijn debuut (1996) in de motorsport eigenlijk nooit anders geweest.

Rossi is een figlio d’arte, zoals dat in het Italiaans zo mooi heet. Oftewel: hij is de succesvolle zoon van een eveneens racende vader (Graziano Rossi scheurde ooit op een 250cc in het rond), die het winnen in het bloed zit. ’s Werelds grootste motorsporttalent is met recht een Koningskind. Een virtuoos op de motorfiets die tevens op vier wielen uit de voeten kan, getuige een testrit uit 2006 met een Ferarri toen Rossi een toptijd liet noteren op minder dan een seconde van Michael Schumacher. Hij won ontelbare prijzen en brak evenzovele records, met afwisselend een Aprilia, Honda of een Yamaha onder zijn gat. Tel daar zijn extraverte karakter, weelderige haardos en guitige oogopslag bij op en het succes achter il Fenomeno is eenvoudig verklaard.

Bovendien vocht Rossi jarenlang verbeten duels uit met rivaal Biaggi, in een land waar men nu eenmaal smult van zogenaamde sfide. Zoals vroeger Coppi en Bartali elkaars tegenpolen waren, stonden tot voor kort Rossi en Biaggi als kemphanen tegenover elkaar. Timide Max tegenover showman Valentino, die het waagde om tijdens races een middelvinger op te steken of die zijn ere-ronde zomaar in zwembroek of met een opblaaspop op de tank volbracht. Good old Max is er dit weekend niet meer bij. Zijn plaats wordt ingenomen door de 21-jarige rookie Casey Stoner, die in de stand om het kampioenschap voorlopig de eerste plaats inneemt. Het doel van Rossi is evenwel hetzelfde: voor de 8ste keer in zijn carriere wereldkampioen worden. Van stoppen of een overstap naar de autosport is voorlopig geen sprake. Mocht het op een dag toch zover komen dan hoopt Rossi twee dingen te hebben bereikt: ‘Dat ik bij de beste vijf coureurs allertijden behoor en dat de mensen over me zeggen dat ik een buon ragazzo, een goede jongen, was’.

Tuesday, May 22, 2007

De artiest Marco Pantani

Dat de in 2004 aan een overdosis cocaïne overleden Marco Pantani kon klimmen en klauteren als de beste, wisten de wielerfans dezer aardbol al wat langer dan vandaag. Dat il Pirata bij leven een groot deel van zijn vrije tijd besteedde aan doeken, penselen en schildersezels, was tot voor kort tamelijk onbekend. Met de eerste steile beklimmingen in aantocht tijdens de Giro d’Italia publiceerde de Gazzetta dello Sport afgelopen zaterdag een groot verhaal over de artistieke uitspattingen van Pantani op doek. Aanleiding is een overzichtstentoonstelling van Pantani’s werk in zijn eigen museum in geboortedorp Cesenatico. Liefst dertig doeken stelde Paolo Pantani, de vader van de wijlen wielrenner, aan de Spazio Pantani beschikbaar. De fiets lijkt in het werk van Pantani allesbehalve een thema. De zee en de natuur des te meer. Enigzins melancholiek is het schilderij met een brandende kaars in het schemerdonker, hoopgevend de felrode opkomende zon, angstaanjagend het beeld van een zeilschip tijdens een storm op de Middelandse zee en opvallend vrolijk het zelfportret van de wielrenner, die met grote ogen en breeduit lachend de toeschouwer aankijkt. Het doek met als titel Pescecane maakt echter de meeste indruk. Het is niet eens zijn beste werk maar het beeld van een haai dat een piepklein visje op de hielen zit, herbergt ongewild de nodige symboliek. Want was het niet evenzeer de grote boze wielerwereld die dopingzondaar Pantani jarenlang opjoeg? Papa Pantani vindt van wel: ‘Het is moeilijk om zijn schilderijen te interpreteren. Alleen Marco heeft geweten wat er zich in zijn brein afspeelde toen hij het maakte, maar wat betreft het doek Pescecane heb ik geen twijfel. De grote vis symboliseert de wielerwereld en dat kleine visje, dat is Marco die uiteindelijk wordt opgepeuzeld’.

Tuesday, May 15, 2007

Seedorf eindigt carriere bij Milan

Clarence Seedorf heeft vandaag verklaard dat hij zijn carriere graag wil afsluiten bij AC Milan. "Ik heb een contract getekend tot en met 2011 en wil voor het einde van dat contract niet meer van club veranderen. Ik ben tegen die tijd 34 of 35 jaar oud. Ik geloof werkelijk dat ik mijn loopbaan in het rood met zwart van Milan ga afsluiten', aldus de middenvelder tijdens een bijeenkomst van Golden Foot in Milaan. Acht dagen voordat in Athene wordt afgetrapt voor de finale van de Champions League tussen Milan en Liverpool, toonde Seedorf zich vol zelfvertrouwen over de goede afloop. 'Het is voor ons geen gemakkelijk jaar geweest, maar Milan is tot grote prestaties in staat. Het is onze plicht om die cup mee naar huis te nemen om het seizoen zo op grootse wijze af te sluiten. We hebben als team laten zien dat we nog over genoeg ambities beschikken. We willen nog meer winnen'. Met de erfenis van de verloren finale van twee jaar geleden tegen hetzelfde Liverpool, valt het volgens de international wel mee. 'Zeker, het is een extra stimulans om het opnieuw tegen Liverpool op te moeten nemen maar ik ben ervan overtuigd dat als je die verloren finale twintig keer had laten overspelen, wij die wedstrijd gewonnen hadden'. De Milanista deed een belofte tot slot om de tifosi gerust te stellen: 'Jullie kunnen er zeker van zijn dat we het dit keer niet op penalties laten aankomen'. Clarence Seedorf won drie keer eerder in zijn carriere de Europa Cup I. Hij is de enige speler ter wereld die dat in dienst van drie verschillende clubs deed (Ajax, Real Madrid en AC Milan). De laatste gewonnen finale dateert van 2003. Toen werd op Old Trafford na het nemen van penalties rivaal Juventus opzij gezet.

La Loren voor Napoli uit de kleren

Mocht voetbalclub Napoli binnenkort weer promoveren naar de Serie A, dan gaat actrice Sofia Loren uit de kleren. Die belofte deed de actrice vandaag in de Gazzetta dello Sport. Loren werd 72 jaar geleden weliswaar geboren in Rome maar ze groeide op in Pozzuoli, een klein dorpje onder de rook van Napels. Ook al woont Italiës beroemdste actrice al jaren over de grens in Zwitserland, haar liefde voor de Zuiditaliaanse havenstad en de lokale voetbalclub stak ze nooit onder stoelen of banken. Fabio Cannavaro, een geboren Napolitaan, is niet voor niets haar favoriete speler van de nationale ploeg. 'Ik hoop ontzettend dat Napoli weer promoveert naar de Serie A. De fans zijn zó gepassioneerd en de stad verdient het gewoon. En in dat geval ga ik uit de kleren!', aldus Loren die zich ooit onsterfelijk maakte door in de film Ieri, oggi e domani een striptease-act op te voeren voor de ogen van tegenspeler Marcello Mastroianni. Eerder dit jaar liet ze zich als oudste model ooit vastleggen op plaat voor de prestigieuze Pirelli-kalender 2007. Het nieuwtje dat Loren zich had laten fotograferen in een tamelijk pikant niemendalletje leidde toen tot veel ophef in conservatief Italië. Wellicht dat de sexy oma er in de Gazzetta daarom aan liet toevoegen: 'Maar schrijf er wel bij dat het om een grap gaat he?! Stel je voor dat ze me nog serieus nemen ook'. Loren is overigens niet alleen liefhebber van sport, ze praktiseert ook zelf om in vorm te blijven. 'Ik doe aan gymnastiek en wandel een paar keer per week. Wat mijn dieet betreft: ik eet en proef van alles, maar wel met mate'. Napoli speelt vanavond een inhaalwedstrijd in de Serie B tegen Brescia. Het duel wordt in Brescia zonder publiek gespeeld uit angst voor rellen. Bij winst komt Napoli, nummer drie in de rangschikking, weer een stapje dichter in de buurt van promotie. De club moet op de ranglijst Juventus en Genua voor zich dulden. Er zijn nog vier speelronden te gaan.

Thursday, May 10, 2007

10 mei 1987 Scudetto Napoli

In Italië is 10 mei een dag als alle anderen, maar in Napoli staat die datum in het collectieve geheugen gegrift. Met weemoed en verlangen wordt vandaag teruggedacht aan 10 mei 1987, de dag dat Napoli voor het eerst in de geschiedenis van de club het scudetto won. Dankzij de geniale ingevingen van Diego Armando Maradona, die in het hevig religieuze Napels wordt aanbeden en vereerd als San Gennaro, de patroonheilige van de stad. Wordt het gestolde bloed van de doodgemartelde bisschop in twee glazen ampullen gekoesterd en bewaard in de Duomo, elders in de stad zijn zo'n beetje op elke hoek van de straat relikwiën terug te vinden die herinneren aan Diego. Maradona is óveral. Ook anno 2007. Op straten en pleinen, in marktkramen en krantenkiosken, in muurschilderingen, fotolijstjes en geïmproviseerde kapelletjes aan de wand in bars, café's en pizzeria's. Maradona is nog lang niet vergeten.

Twee jaar geleden was ik toevallig in Napels aanwezig toen de Argentijn zich - voor het eerst sinds hij de stad in 1991 als een dief in de nacht ontvluchtte - terugkeerde naar Italië om de afscheidswedstrijd van vriend en oud-teamgenoot Ciro Ferrara bij te kunnen wonen. Sta arrivando, sta arrivando gonsde het door de nauwe straten, terwijl op krappe balkonnetjes de was werd opgehangen. Diego komt eraan! Na dagen van verlangen en hopen, was er eindelijk een einde gekomen aan het speculeren. Diego was daadwerkelijk geland op de luchthaven van Napels. De lokale televisiezender had net beelden van zijn aankomst uitgezonden. Nervosismo alom. Opgeschoten knapen - zonder helm! - slalommend en toeterend op motorini. Ik genoot van de sfeer. Werkelijk hartverscheurende taferelen. Huilende mannen, vrouwen en kinderen. Geëmotioneerde politie-agenten, beveiligingsbeambten, fotografen en verslaggevers in de aankomsthal van het vliegveld. Dit liet niemand koud. Daarvoor zat de emotie te diep. Niet zo verwonderlijk. In de jaren dat Diego Armando Maradona in het lichtblauw van SSC Napoli speelde (1984-1991), bereikte de stervoetballer in de havenstad de status van absolute heilige. Hij leidde de club twee keer naar het kampioenschap van Italië (1987 en 1990), veroverde de UEFA Cup (1989), won eenmaal de Italiaanse beker (1987) en in 1990 versloeg de ploeg aan zijn hand het zo gehate Juventus tijdens een gedenkwaardige finale om de Italiaanse Supercup. Het werd 5-1. Maar Maradona bracht Napels meer dan enkel prijzen en titels. De voetballer schonk de stad trots, eigenwaarde en bovenal: wereldfaam. Werd de club voor de komst van Maradona amper voor vol aangezien, met Maradona stelde Napoli ineens weer wat voor.

De man die de overwinning naar Napels had gebracht was na al die jaren dus eindelijk teruggekeerd. Als een verloren zoon werd Diego daarom onthaald. Ook ik voelde de rillingen over mijn rug lopen, toen ik de beelden bekeek en prees mezelf gelukkig dat ik een dag eerder al een kaartje voor de benefietwedstrijd had gekocht. Voor 5,50 euro, nota bene. Inmiddels gingen de toegangsbewijzen voor het tienvoudige van de hand en die prijzen zouden alleen nog maar oplopen. Niemand wilde dit spektakel missen. Evenmin de jongens achter de bar van de pasticceria waar ik 's ochtends om een ijzersterke espresso vroeg. De eigenaar volgde het nieuws met rode konen op de wangen. Al die jaren had hij het met een originale santo e miracoloso capello van Maradona moeten doen (zie foto), oftewel: een heilige haar die door de broer van de voor mij verder onbekende Napolitaan ooit van het leren jack van de voetballer was geplukt, tijdens een korte reis met het vliegtuig van Napels naar Milaan. Sindsdien werd de haar in een wat scharrig fotolijstje bewaard, dat door de bar-eigenaar in een zelf in elkaar gefrommeld altaartje naast de ingang van de bar was gehangen. Ik bekeek de opgekrulde haar eens van dichtbij. De kleur klopte. Ach, al was de helft er maar van waar, het verhaal was geweldig. Toch?!

Een dag later meldde ik me ruim voor aanvang van de wedstrijd in het San Paolo. Links en rechts zag ik opgeschoten knapen zonder toegangskaartje over de hekken kruipen.
De politie stond erbij en keek ernaar. Hier viel de orde niet meer te handhaven. In de curva van San Paolo stonden we als haringen in een ton op de tribune. Overal plaatsen dubbel bezet en fans bijeengepakt op de trappen. Hier kon de pleuris maar beter niet uitbreken. Om claustrofobisch van te worden. Aan de andere kant; wat een passie, wat een sfeer. Verpakt in een wolk van Bengaals vuurwerk. Er werd gezongen, veel gezongen. Geklapt, gedanst, gesprongen. En Maradona was nog niet eens op het veld verschenen. In de middencirkel verzamelden zich inmiddels andere voetbalhelden uit heden en verleden: Alemao, Giordano, Zola, Zidane, Nedved, Thuram en zelfs Ibrahimovic. Matig applaus voor de Juventini. En toen was het moment daar. Tijd om Maradona er zelf bij te roepen, de man om wie het vanavond werkelijk draaide. Gelukkig begreep feestvarken Ferrara dat ook, die zelf de micro in handen nam voor de aankondiging. Een siddering ging door San Paolo. Iedereen stond op. Het gezang zwol aan. Uit tachtigduizend kelen klonk het: `O mamma mamma mamma. Sai perche mi batte il corazon? Ho visto Maradona, ho visto Maradona. O mamma, innamorato son!'. Ik dacht dat ik het bestierf, van genot: 'Oh mama, mama, mama! Mijn hart gaat zo tekeer. En weet je waarom? Ik heb Maradona zien voetballen. O mama, mama, mama, en nu ben ik verliefd!'

En ineens daar stond 'ie daar dan. Op het veld. Een piepkleine gestalte, een pluisje, omringd door ontelbare cameraploegen, en elkaar verdringende fotografen en verslaggevers. Een luid applaus steeg op vanaf de tribunes. In lange uithalen klonk het: Maradóóóóóóó lalalalala! Ik schreeuwde om het hardst mee en zag volwassen mannen om me heen huilen van geluk. De Argentijn wilde zich voor een ereronde naar de curva knokken, maar werd opgehouden door een cordon van mensen dat om hem heen cirkelde. Pats. Daar zag ik hem vanaf de tribune links en rechts wat tikken uitdelen, wat fotografen neerhoeken. En daar ging 'ie dan, nu de weg eindelijk vrij was; in korte en driftige pasjes richting naar de curva, zíjn curva, als was hij op weg naar de tribune na de zoveelste gescoorde goal zoals jaren voordien. Een gebalde vuist in de lucht en een kus op de vlag van Napoli. Een gelukzalig gevoel maakte zich van ons, voetbalfans op de tribune, meester. Ik voelde de emotie, zag de trots in zoveel Napolitaanse ogen weerspiegelt en opeens begreep ook ik, de 'nuchtere' Hollandse, wat Maradona voor Napels had en heeft betekent. Forza Napoli en laat de club dit jaar alsjeblieft weer promoveren naar de Serie A!

Monday, May 07, 2007

Basso bekent schuld

Als een kat in het nauw, zo moet Ivan Basso zich de afgelopen weken hebben gevoeld. Zakken geprepareerd bloed uit het archief van dopingdokter Fuentes bleken opeens in het bezit van Ettore Torri, de openbaar aanklager van het anti-dopingtribunaal in Rome en diezelfde Torri bleek ook nog eens een reeks sms'jes te hebben onderschept die Basso de dag na zijn overwinning in de Giro d'Italia van 2006 naar diezelfde Fuentes verstuurde voor een bestellinkje meer of minder. Hoezo kenden die twee elkaar niet, zoals Basso steeds beweerde? Basso moet geen uitweg meer hebben gezien. Ook de procureur van het gerechtshof in Bergamo zit sinds deze week achter Ivan en zijn mogelijk betrokken zusje Elisa aan. Misschien dat de opgejaagde renner daarom besloot om vandaag dan eindelijk schuld te bekennen?

Hoe dan ook beloofde Basso vandaag opeens volledige medewerking aan het verdere verloop van het onderzoek. En hij wil opeens ook een DNA-test ondergaan. Ik kan me niet aan de indruk ontrekken dat er een dealtje gesloten is tussen de coureur en het CONI (het Italiaanse Olympisch Comité) en dat het Basso alleen maar om strafvermindering te doen is. De renner wil redden wat er te redden valt, nu vluchtroutes niet meer voorhanden zijn. Een jaartje schorsing is te doen, twee al een stuk minder. Zo gaat dat in Italië: land van 'voor wat, hoort wat'. De UCI, in de persoon van Pat McQuaid, heeft in een reactie al aangegeven dat van een mildere straf geen sprake kan en/of mag zijn: 'De regels moeten gerespecteerd worden. Ik ben teleurgesteld nu blijkt dat Basso de regels overtreden heeft. Het lijkt me verkwisting van talent. Het feit dat hij heeft toegegeven wil zeggen dat de druk op de renners tegenwoordig groter is en dat we misschien eindelijk kunnen afrekenen met doping'.

Goed, de UCI vindt dus dat Basso niet 'beloond' mag worden voor eerlijk gedrag. Dat Basso zijn straf niet mag ontlopen. In Italië denken ze daar anders over. Basso werd vandaag nog net niet uitgeroepen tot halve heilige, maar veel scheelde het niet. Gianni Bugno, Franco Ballerini en Guiseppe Martinelli vielen Basso niet af, maar complimenteerden hem juist vanwege getoond karakter want zo makkelijk is het niet om schuld te bekennen. Daar moet je een MAN voor zijn. Zoals je ook een MAN moet zijn om te kunnen vergeten en vergeven. Jaja. Ballerini: 'Ivan is een goede jongen. Hij is geen bandiet. Hij heeft spijt betuigd, maar hij is niet de spijtoptant van het wielrennen'. En Gianni Bugno: 'Voor mij verandert er niets, het doet geen afbreuk aan mijn bewondering voor Basso. Ik verzet me ook tegen het feit dat het altijd alleen de renner is die de schuld krijgt. Hoe is het mogelijk dat teamgenoten en ploegleiding van CSC hier niets van af wisten? Ik vind het moedig dat Basso zijn mond heeft durven open doen en laten we nu maar hopen dat ook de andere betrokken sporters hun straf niet ontlopen'.

Enfin, Basso moedig? Basso eerlijk? Ik weet het niet. Vier maanden geleden verklaarde hij zich tijdens een groot interview met de Italiaanse BiciSport nog volledig sereen en kalm. Hij had niets te verbergen, niets om zich voor te schamen, te verdedigen of anderszins, zei Basso. De toekomst lachtte hem weer toe, hij was ambitieus, gedreven en was van plan de wielerwereld tijdens de Giro en de Tour een poepie te laten ruiken. Je zou hem nog geloven ook. Hij wilde laten zien wie Ivan Basso ook al weer was. Alsof we dat vergeten waren. Ik wil niet teveel de verfoeilijke opgeheven vinger heffen, hoor (bovendien: Basso is zeker niet de enige) maar hij heeft verdomme wel een jaar lang gedaan alsof zijn neus bloedde, lopen volhouden niets met de hele operatie te maken te hebben, dat hij en dokter Fuentes elkaar nog nooit gezien of gesproken zouden hebben. Hoe kun je zo'n man van eerlijk gedrag betichten? Wel lekker Italiaans, én Rooms: je piest naast de poo, kermt wat mea culpa en prompt word je voor goed gedrag beloont en weer op een voetstuk geplaatst.

Wie zich vandaag gelukkig wél van zijn zinnige kant liet zien was Renato di Rocco van de Italiaanse wielerbond. Eerlijk is eerlijk. Wat de beste man te zeggen had? Di Rocco: 'Basso heeft uiteindelijk het enige juiste gedaan en dat was bekennen. Het is iets dat we ook aan Pantani hebben gevraagd, maar Marco weigerde dat te doen. Nu vraag ik, uit naam van het wielrennen, om hem niet in zijn eentje te laten staan'. Daar kon ik het alleen maar mee eens zijn, want laten we wel wezen: zij die doping gebruiken dienen bestraft, maar ze verdienen allesbehalve de dood. Zelfs boefje Basso niet.

Wieler Revue met Magni en Bartali


Aanstaande donderdag ligt de nieuwe Wieler Revue weer in de winkel. In de Giro-special van deze maand onder andere een column over Fiorenzo Magni van de auteur van Pasta Sport en tevens een achtergrondverhaal over wielrenner en verzetsheld Gino Bartali.

http://www.wielerrevue.nl/

Friday, May 04, 2007

Ronaldo metamorfose

Toen Ronaldo begin februari op het vliegtuig stapte naar Milaan, hoefde de romige Braziliaan op het vliegveld van Madrid nog nét geen boete te betalen voor de extra kilo's aan overgewicht. Scherzo natuurlijk! Hoe dan ook meldde Ronie zich een dag later met een veel te flinke batterij in de broek op Milanello, het trainingscomplex van de rossoneri. Daar moet de Belgische dokter Jean-Pierre Meersseman zich een hoedje zijn geschrokken, toen hij zag in wat voor staat il fenomeno zich bevond. De volgevreten vedette (ook wel El Gordo, de dikke, genoemd) bleek veel te vet. Geen wonder dat het lichaam kreunde, dat de knieën kraakten. Meersseman, die aan het hoofd staat van Milan Lab, besloot Ronaldo als de wiedeweerga op rantsoen te zetten en schreef een streng trainingsschema voor. 'Ik mag geen pasta, geen kiwi's en geen chocolade meer eten', verklaarde Ronie onlangs tegenover de Gazzetta. 'Ik mis vooral de chocolade. Dat is mijn verslaving'. Het straffe regime dat Milan de nieuwe aankoop oplegde, mistte zijn uitwerking niet. Met de week groeide de Braziliaan nara fitheid. Het gevolg? Een goal voor elke afgevallen kilo. Zeven competitietreffers weet Ronie inmiddels achter zijn naam en de competitie in de Serie A is nog niet ten einde. Niet gek voor een afgeschreven vedette. Na vier maanden beschikt Ronaldo weer over een strak lichaam. Compleet met sixpacks en sexy lovehandles in de lies. Verdwenen zijn de blubberende vetrollen over de rand van de broek. Niet dat de metamorfose daarmee compleet was. Strak is in modestad Milaan niet voldoende. 'Scheer die gekke sik eens af en laat je haar groeien. Wij van Milan willen graag nette jongens in de spits', adviseerde president Berlusconi zijn aanvaller vriendelijk doch dwingend. Aldus geschiedde en ziedaar de als herboren Ronaldo, die zijn lichaam deze week trots toonde aan de lezers van de Italiaanse GQ. De tweevoudig wereldkampioen, dertig jaar oud pas, lijkt in afgeslankte versie klaar voor het slotakkoord van zijn carriere.

Geschiedvervalsing Gazzetta

AC Milan plaatste zich afgelopen woensdag voor de 11de keer in de geschiedenis van de club voor de finale van de Champions League. Tijdens een rechtstreeks duel werd tegenstander Manchester United onder de voet gelopen. Prachtige goals van Kaka, Seedorf en Gilardino leidden tot de 3-0 en waar waren de dezer weken zo bewierookte talenten Rooney en Ronaldo eigenlijk? De een (Rooney) werd koudgesteld door Kaladze, de ander (Ronaldo) wist pitbull Rino Gattuso in zijn kuiten. Zonder al teveel op de hand van de spaghetti's te willen zijn, maar eerlijk is eerlijk: de mannen van Alex Ferguson hadden in San Siro nog het meest weg van een stel verbleekte houten klazen. De ploeg die zich een week eerder in eigen huis nog naar een 3-2 overwinning had geknokt, kreeg les in hogeschoolvoetbal van het zuiverste Italiaanse soort. Grande, Grande, Grande, kopte de Gazzetta een dag later. De finale kwam als geroepen. Het blazoen kan internationaal weer een beetje opgepoetst in een jaar waarin de trotse voetbalnatie de ene (voetbalschandaal) na de andere klap (voetbalrellen, het mislopen van de organisatie van de EK2012) te verwerken kreeg. In alle euforie maakte de grootste Italiaanse sportkrant deze week een kleine faux pas. In een overzicht van alle elf finales waarin de rossoneri in het verleden aantraden, besteedde de krant ook aandacht aan de eindstrijd van 1995. Volgens de Gazzetta werd dat duel tussen Ajax en Milan op Old Trafford in Manchester afgewerkt en stond de maker van het enige doelpunt, Patrick Kluivert, bij de rossoneri in de spits. In werkelijkheid werd de finale natuurlijk in het Ernst Happel-stadion in Wenen gespeeld en eistten de Amsterdammers uiteindelijk de beker met de grote oren op dankzij een late intikker van Ajacied Kluivert.

Wednesday, May 02, 2007

Over Basso, VDB en Pantani

Op het moment van tikken staat Ivan Basso in het beklaagdenbankje in Rome. De wielrenner wordt verdacht van betrokkenheid bij Operacion Puerto, het dopingschandaal rond de Spaanse gynaecoloog Eufemiano Fuentes. De hele affaire leek voor de winnaar van de Giro met een sisser af te lopen (gebrek aan bewijs), maar deze week ging het spel alsnog op de wagen omdat een volhardende openbare aanklager de hand had weten te leggen op een paar zakken bloed uit de vriezers van Fuentes. De zaak werd subiet heropend. De UCI blij, Basso boos. En teleurgesteld. 'Ik heb hem nog nooit zo aangeslagen gezien. Hij kon het niet eens opbrengen om te trainen', beschreef zijn advocaat de gemoedstoestand van de renner.

Voor Basso is er geen ontkomen meer aan. Denk ik. Hem wacht eenzelfde lot als Jan Ullrich (einde carriere) of hij gaat jaren van schorsing tegemoet. Denk ik. Basso heeft de Giro al uit zijn kop gezet en eerder deze week belde hij met ploegleider Johan Bruyneel om zijn contract bij Discovery Channel op te zeggen. 'Ik wil niet dat mijn ploeggenoten onder deze affaire lijden', zei Basso. Nobel, dacht ik. Zo collegiaal had de Italiaan me voordien niet geleken. Vorig jaar zat ik thuis voor de buis toen hij rivaal Gilberto Simoni tijdens een van de laatste etappes van de Giro een oneerbaar voorstel deed. De twee renners lagen samen op kop toen Basso tijdens de afdaling aan Simoni (de betere daler) vroeg om er alsjeblieft niet vandoor te gaan, om vervolgens, met de finish in zicht, vijfduizend euro te vragen voor de overwinning. Simoni zei nee, waarna Basso zijn concurrent pesterig uit het wiel reed. Een hand in de lucht en een fotootje van zijn pasgeboren zoon Santiago in de andere. Was dat geen prachtige topssport? En - oooh - wat was het fijn dat het volk na Pantani weer een held had. Italië sloot de kampioen gepassioneerd in de armen. Behalve Simoni. 'Basso is het niet om de sport te doen. Hij denkt alleen maar aan de poen', zei die een jaar geleden al in de Gazzetta. Ik had dat soort verhalen ook al eens opgevangen van Thomas Dekker, mijn parttime-buurman in Lucca. Die vertelde wel eens wat smeuïge ins en outs tijdens een espresso op het terras. Dat Basso bepaald niet het populairste jongetje van de klas was. Dekker vertelde er niet bij waarom. Hij vertelde wél waarom hij Ivan's zus Elisa wel een lekker ding vond: 'Ondanks de neppers'. Het kan verkeren. Van opgehemeld, naar opgebrand. Basso weet er alles van. Er is in Italië een heksenjacht geopend op de ideale schoonzoon, zoals in het verleden jacht werd gemaakt op Marco Pantani. We weten allemaal hoe het met Il Pirata afgelopen is en het valt te hopen dat Basso de boel de komende tijd wél op de rit houdt. Met de steun van zijn gezin, zus en vader. Vangnetten zat.

Mijn gedachten gingen deze week uit naar Frank Vandenbroucke, ook al zo'n gevallen held. Ver voor het tijdperk van Koning Boonen was VDB de wielrennende boy wonder van België. Vandenbroucke had flair, fietste met durf en had bovenal blonde plukjes in het haar. Tijdens vijf profjaren fietste hij vijftig zeges bijeen. Wat wenstte je nog meer als wielerfan? De wereld lag aan VDB's voeten totdat zijn naam opeens met doping in verband werd gebracht. Er werd niets bewezen, maar toch zette Cofidis de renner op straat. 'Dat is wat hoor. Als niemand in je onschuld gelooft. Ik was de nummer één van de wereld, leider van de wereldbeker en ineens deed ik er niet meer toe, was ik een nul', zei Vandenbroucke in de aanloop naar Luik-Bastenaken-Luik tegenover de Italiaanse Sportweek. Het gebrek aan erkenning leidde tot een depressie: 'Ik greep naar de amfetamine en nog meer pillen. Deed alles om maar niet te hoeven nadenken, ik wilde vergeten'. VDB ruziëde met zijn familie en verliet uiteindelijk zijn vrouw en kind. 'Ik voelde geen vertrouwen meer. En waar waren opeens al die zogenaamde vrienden gebleven die vooraan stonden toen er nog wat aan me te verdienen viel?'

De extraverte Vandenbroucke trok zich terug en sloot zich op in zijn huis: 'Ik voelde me aangeslagen, gewond van binnen en ik slaagde er niet in een oplossing te vinden'. Jaren van ellende volgden. In 2002 viel de politie zijn villa binnen en trof in de koelkast verboden middelen aan. 'Ik gebruikte die spullen niet eens om er als wielrenner beter van te worden. Ik zat amper op de fiets! Toch werd ik geschorst en tot werkstraf veroordeeld. Ik was een crimineel'. Hij dacht aan zelfmoord. 'Ik kon het leven niet meer aan. Ik kon de tranen niet meer verdragen, ik kon mezelf niet meer verdragen. Pas toen ik wist dat ik mezelf genezen kon, durfde ik te beweren dat ik niet zou eindigen als Pantani'. Het einde van VDB's carriere diende zich aan. En België? België koos ondertussen voor Tom Boonen. Ver weg van Vlaanderenland werkte het zwarte schaap in Italië aan zijn herstel. Hij bezocht een psycholoog, laafde zich aan de liefde van zijn Italiaanse echtgenote en begon zich langzaam maar zeker weer wielrenner te voelen. Inmiddels fietst VDB voor Aqua e Sapone en droomt van eerherstel. 'Ik kan de verloren tijd niet meer inhalen maar het lichaam is nog jong en heeft weinig geleden, ondanks de medicijnen. Dat wijzen de testen uit. Ik beleef de sport nu wel op een andere manier. Ik voel meer passie en ben vrij van stress. Ik ben er ook van overtuigd dat het wielrennen zonder doping kan bestaan. Al moet gezegd dat niet alleen de renners schuld hebben. Zo vond de UCI het lange tijd wel best zolang de hematocrietwaarde van renners maar niet boven de 50 uit kwam. Het was een soort vrijbrief. Alsof de heren wilden zeggen: rotzooi maar wat aan, zolang je de grens niet overschreidt'. VDB en Pantani overschreden de grens wel. Basso vermoedelijk ook en met hem de nummers één tot en met twintig uit het Giro-, Tour- en Wereldbekerklassement. Tenminste, dat denk ik. 'Chi sbaglia, deve pagare', vinden ze in Italië. Basso - mits schuldig - zal zijn straf daarom niet ontlopen. Italianen hemelen met liefde op, maar sabelen ook graag neer. Hopelijk leidt die Romeinse methode niet tot het soort hevige depressie die VDB in België tot aan de rand van de afgrond bracht en die bij Pantani uiteindelijk leidde tot de dood.

Vandenbroucke zegt te hebben geleerd van zijn fouten: 'Wielrennen is belangrijk voor me maar het betekent niet álles'. Je zou hem bijna een succesvolle doorstart van zijn carriere gunnen.

Monday, April 30, 2007

Juve wil Huntelaar

Klaas-Jan Huntelaar zit deze week om de tafel met vertegenwoordigers van Juventus om een mogelijke overgang naar Turijn te bespreken. Dat meldde vandaag de Italiaanse sportkrant La Gazzetta dello Sport. Een afvaardiging van de Oude Dame bezocht dit weekend het duel van Ajax tegen Willem II om de Ajacied aan het werk te zien. Dat gebeurde ook eerder dit seizoen. Juventus volgt Huntelaar al langere tijd. De club bianconero is op zoek naar een opvolger voor David Trezeguet nu de Fransman intern zijn vertrek bekend heeft gemaakt. Ajax zou twintig miljoen euro vragen voor de international. Juve werd vorig seizoen teruggezet naar de Serie B vanwege betrokkenheid bij een omvangrijk fraudeschandaal. Juventus bezet met nog zeven duels te spelen de eerste plaats op de ranglijst en heeft goede vooruitzichten op promotie naar de Serie A. Het wil zich op tijd versterken. Ook aanvaller Rolando Bianchi van Reggina wordt in verband gebracht met de club uit Turijn.

Saturday, April 28, 2007

Van der Vaartjes naar Florence?

Ik zie het al helemaal voor me; Sylvie shoppend in de chique Via Tornabuoni en Via della Spada. Met zoon Damian in de Bugaboo langs de etalages van Gucci, Prada, Armani, Versace, Dior, Dolce & Gabbana en Ferragamo paraderend, terwijl manlief Rafaël op het trainingscomplex van Coverciano naar de voetballessen van Cesare Prandelli luistert. 'Florence, het is weer eens wat anders dan Hamburg', zei de gelukkige oud-inwoonster van de stad. Als ik de La Nazione van gisteren moet geloven is AC Fiorentina serieus geïnteresseerd in de overname van de oud-Ajacied. Nu Luca Toni volgend seizoen zo goed als zeker in het rood van Bayern München speelt, is i Viola driftig op zoek naar een type Van der Vaart om Toni's opvolger Giampaolo Pazzini van bruikbare ballen te voorzien. Steekpassje hier, hakballetje daar, lobje zus, voorzet zo, Pazzini alleen voor de keeper! Laat dat maar aan Van der Vaart over. Moet ook sportief directeur Corvino hebben gedacht die nog net geen officieel bod uitbracht op de international, maar al wel voorzichtig informeerde naar de beschikbaarheid van de Nederlander. Geen idee wat het antwoord van HSV was, maar ik zou het wel weten als ik Rafaël, Sylvie en Damian was. Stralende zonneschijn in plaats van regen, de David in plaats van de haven, pasta in plaats van bockworst. En ach, nu Sylvie de cover van de Duitse Otto heeft veroverd, lijkt het me tijd voor de Italiaanse Vogue?

Thursday, April 26, 2007

Basso dan toch het haasje?

De dopingzaak rond Ivan Basso nadert zijn ontknoping. De openbaar aanklager van het anti-dopingtribunaal van het Italiaanse Olympisch Comité (CONI), Ettore Torri (76), heeft zeven zakken bloed uit het archief van Eufemiano Fuentes in zijn bezit die onder andere als bewijs moeten dienen voor Basso’s betrokkenheid bij het schandaal rond de Spaanse dopingarts. Dat meldde gisteren de Italiaanse sportkrant La Gazzetta dello Sport.

Bij een gebrek aan bewijsmateriaal werd de zaak tegen Basso vorig jaar oktober geseponeerd, waarna de voormalig CSC-renner een nieuw contract tekende bij het Amerikaanse Discovery Channel. In de maanden daarna zette Torri zijn onderzoek echter voort. De geboren Romein, zelf een verwoed wielerfan én cyclo-amateur, is sinds oktober vorig jaar hoofd van het Italiaanse anti-dopingtribunaal. Daarvoor was hij jarenlang openbaar aanklager voor het parket in Rome. Hij kan bogen op een imposant netwerk aan internationale contacten, onder andere via Interpol. Dankzij de medewerking van Torri’s ‘vrienden’ van de Spaanse magistratuur beschikt het CONI op dit moment over zakken geprepareerd bloed uit de diepvriezers van Fuentes, bestemd voor meerdere Italiaanse coureurs. Ook het bloed van ‘Birillo’ ligt in Rome. De naam van Basso’s hond zou door Fuentes als codenaam zijn gebruikt, alhoewel de renner zelf altijd heeft verklaard dat zijn trouwe viervoeter naar de naam Tarello luistert. ‘Als wielerliefhebber huilt mijn hart, maar in de strijd tegen doping moet de waarheid achterhaald. Het is spijtig dat van alle verdachten de wielrenners het strengst aangepakt worden terwijl veel Spaanse atleten mogelijk onbestraft blijven. Er is helaas geen weg meer terug’, aldus Torri tegenover de Gazzetta.

Er werd door de onderzoeksrechter en zijn collega Franco Cosenza overigens nog meer bewijsmateriaal verzameld. Zo werd er ook een reeks sms’jes onderschept die Ivan Basso vorig jaar na afloop van de door hem gewonnen Giro d’Italia naar Fuentes zou hebben gestuurd. Basso heeft enige vorm van contact met Fuentes altijd ontkend. De verdachte renner moet zich op 2 mei verantwoorden voor het sporttribunaal. Hem is ook om het aftsaan van erfelijk materiaal gevraagd. In de strijd tegen doping stelt de UCI medewerking aan DNA-tests sinds dit najaar verplicht. Alle ploegen uit de ProTour zijn daarmee akkoord gegaan. In die zin rest Basso niets anders dan medewerking. Torri: ‘Ik hoop dat hij instemt, maar als hij weigert zetten we het proces hoe dan ook voort. Een DNA-test is zeker bruikbaar, maar niet doorslaggevend. We hebben genoeg ander bewijsmateriaal verzameld om een conclusie te kunnen trekken’.

Basso’s ploeg Discovery Channel heeft de coureur lopende het onderzoek op non-actief gesteld. Als Basso’s schuld bewezen wordt, hangt hem een schorsing van twee jaar boven het hoofd. Zijn deelname aan de Giro d’Italia, die op 12 mei in Sardinië van start gaat, staat op losse schroeven. ‘Ons rest niets anders dan de uitslag van het onderzoek af te wachten. Als het CONI de zaak tegen Basso heropent wil dat zeggen dat daarvoor nieuw bewijsmateriaal bestaat. Voor Basso is dit een enorme mentale klap. Mocht hij toch aan de start verschijnen, zal het lastig genoeg worden daarvan te herstellen’, aldus Angelo Zomegnan, sportief directeur van de roze ronde.

De renner zelf zit ondertussen gedesillusionneerd thuis, aldus zijn advocaat. ‘Hij was niet in staat om te trainen. Ik heb Basso nog nooit zo zien lijden’, aldus Massimo Martelli. De pleitbezorger zegt niet te geloven dat zakken bloed uit het archief van Fuentes zich in Rome bevinden. ‘Die liggen volgens de Spaanse rechter Antonio Serrano namelijk in Barcelona. Die heeft dat onlangs nog bevestigd. Van nieuw bewijsmateriaal kan geen sprake zijn. Het heeft ons daarom verbaasd dat de zaak is heropend’. Hoe dan ook zal de raadsman zich op 2 mei samen Basso in Rome melden. Ook voor het ondergaan van een DNA-test. Martelli: ‘Daartoe heeft Basso zich in het contract met Discovery Channel namelijk verplicht’. De uitslag van het onderzoek wordt volgens Ettore Torri nog voor de start van de Giro d’Italia verwacht.

Wednesday, April 04, 2007

Il Re di Fiandre

Ik hing van de week met Fiorenzo Magni aan de telefoon in verband met een voorbeschouwing op de Ronde van Vlaanderen, een verhaal dat later deze week in het Algemeen Dagblad verschijnt. 86 jaar oud inmiddels vertelde de wielerheld met plezier over de drie opeenvolgende Rondes die hij tussen 1949 en 1951 op zijn naam schreef. In het geheugen vielen nog geen gaten. De Toscanaccio lepelde de ene na de andere kleurrijke anecdote op. Over ene De Bets of De Biets, een Belgische Zesdaagse-renner en diens vrouw die hem onderdak boden in een tamelijk armetierig pension in Gent. Maar ach, wat zou het? En goh, wat waren die mensen vriendelijk en gastvrij geweest, zei Magni. Dat gold ook voor een macanicien die hem tijdens de koers bijstond. Die houten wielen met dikke tubes onder zijn fiets sleutelde en een stijver stuurtje op het frame schroefde. Zonder die man had Magni de koers nooit gewonnen. Hij stak hem tijdens de bevoorrading twee bidonnen met warme thee in handen. 'Ineens zag ik hem staan, hij stond te zwaaien met die boracce. Dat vergeet ik nooit meer'. Had Magni de naam van de mecanicien nog maar paraat. Hij zou de beste man zó graag nog eens willen ontmoeten. Over de pavé's gesproken. 'Brutto!!!', tetterde Magni aan de andere kant van de lijn. 'Dat ze ons dáár overheen wilden sturen...'. Hij lachtte. 'Ik had in mijn leven nog nooit een pavé gezien. Dat soort klinkerweggetjes bestaan in Italië helemaal niet'.

Mooie man, Magni. Daar kwam ik vorig jaar al achter toen ik samen met Jean Nelissen bij de oud-renner op bezoek ging in Monza, in verband met een filmpje voor de Avondetappe van de NOS. Magni leidde ons rond door de showroom van zijn Opel-garage, showde trots zijn collectie oldtimers en sprak vol vuur over zijn wielercarriere. Ja, hij kon afdalen als de beste. Als een baksteen raasde Magni gewoonlijk naar beneden. Als een dolleman. Daar had Wim van Est alles van af geweten, zei Magni: 'Die probeerde tijdens de afdaling van de Aubisque in mijn spoor te blijven, met de duikelpartij in het ravijn tot gevolg...'. Een schaterlach. 'O Dio, is van Est dood? Poverino. Daar kon je mee lachen, met Van Est, nou!' Nee, hij had het niet erg gevonden dat hij in Italië ook wel 'il terzo uomo' (de derde man) werd genoemd omdat Magni in de rangschikking nu eenmaal ná Coppi en Bartali kwam. Het feit dat 'de Kale' ondanks de aanwezigheid van de twee grootste kampioenen die het Italiaanse wielrenner ooit heeft voortbracht, tóch grote koersen wist te winnen (zoals de Giro d'Italia in 1948, 1951 en 1955) zei wat hem betreft veel meer. Jean en ik knikten instemmend naar de man achter het bureau, die in zijn Italiaanse maatkostuum een verpletterende indruk maakte. Hoe kon je het daar mee oneens zijn? Bovendien: hier zat verdomme niet zomaar de eerste de beste. Ok, Magni was geen campionissimo zoals Coppi maar dan toch zeker ook een kampioen, een wielerheld.

Niet dat er in Italië altijd zo eenduidig over Magni gedacht werd. Hij werd vaak afgeschilderd als een geldwolf omdat hij als eerste renner een privé-sponsor (Nivea) introduceerde in het peloton. Over Magni werd gefluisterd dat hij een zwarthemd, een fascist was. Hij zou tijdens de Tweede Wereldoorlog Partizanen en andere politieke tegenstanders hebben verraden om het Il Duce te doen behagen. Er werd nimmer wat bewezen, maar zijn naam raakte hoe dan ook bezoedeld. Het volk koos ondertussen liever de kant van Coppi en Bartali, twee wielerheiligen. Dat ook Magni anno 2007 wordt gekoesterd als een absolute held heeft te maken met zijn optreden tijdens de Giro d'Italia van 1956. Magni vocht dat jaar verbeten duels uit met de Luxemburgse kleimgeit Charly Gaul, met als inzet de roze trui. Helaas sloeg het noodlot toe tijdens een van de laatste etappes. Richting Bologna kieperde Magni van de fiets en brak zijn sleutelbeen. De renner weigerde uit de koers te stappen. Kwestie van doorbijten. In letterlijke zin. Doorbijten op een lintje dat Magni's mecanieker Alberto Masi de volgende ochtend aan het stuur van diens fiets had gemonteerd. Door tijdens de slotetappe het lint stevig aan te halen met het gebit, kon Magni tóch druk houden op het stuur tijdens afdalingen en beklimmingen en op die manier stelde hij zowaar de tweede plek veilig in eindklassement. Het roze ging in Milaan naar Charly Gaul, maar de bloemen en de bewondering waren voor Fiorenzo Magni. Die veroverde die dag veel meer dan alleen het zilver. Magni veroverde met zijn heldhaftige optreden eindelijk de harten van de Italiaanse fans.

In Belgie had Magni zich al veel eerder onsterfelijk gemaakt. De Italiaan was vanaf 1949 drie keer op een rij de sterkste tijdens Vlaanderens mooiste. Dat is wat hoor. Niet voor niets ontvangt Magni nog regelmatig brieven van Belgische fans die vragen om een foto met handtekening. Bijna zestig jaar na zijn eerste overwinning! Is dat niet incredibile? Johan Museeuw mag dan de Leeuw van Vlaanderen zijn, Fiorenzo Magni is de enige echte Re di Fiandre, de Koning van Vlaanderenland! Voorlopig dan. Want mocht Tom Boonen aanstaande zondag winnen dan moet die ere-titel voortaan gedeeld. Magni: 'Vroeger zou ik daar moeite mee hebben gehad , maar inmiddels niet meer. Ik gun het Boonen'. Il Re zit op Paaszondag in ieder geval thuis voor de buis om maar geen minuut van het wielerspektakel te hoeven missen. 'Ik heb alle afspraken afgezegd!' Zo is dat. Ik ook. Op de Hoogmis van het Belgische wielrennen! En een zalig Pasen allemaal.