Dit blog ging over sport in Italië, een opera d'arte, een voorstelling als het leven zelf waarin het draait over winst, verlies, trots, schoonheid, corruptie, vreugde en verdriet. Maar ik woon weer in Nederland. Land van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De pasta is vervangen voor het spruitje. Maar het leven is niet minder verrukkelijk. Een blog over het zoete Hollandse leven, door de ogen van Renate Verhoofstad, sportjournalist en schrijfster.
Saturday, February 14, 2009
Culinaire derby
Het is dit weekend ook derby tussen Lamberto Gori en Francesco Arrigoni. Lamberto is uitbater van restaurant l’Assassino in Via Amadei nummer acht, op een paar tellen van de Dom in Milaan. Zijn neef Francesco bestiert een paar deuren verderop in de straat trattoria alla Collina Pistoiese. In beide restaurants staan vooral Toscaanse gerechten op de kaart, maar bij l’Assassino zijn ze voor Milan, bij alla Collina Pistoiese voor Inter. Bij l’Assassino dineren Berlusconi en Ancelotti en de Maldini’s hebben er een vaste tafel. Bij alla Collina Pistoiese bestelt de familie Moratti geregeld een biefstuk of een bordje ribollita, zoals Helenio Herrera en Enzo Bearzot dat vroeger al deden. l’Assassino werd begin jaren vijftig geopend door de vader van Lamberto, Ottavio Gori. De geboren Toscaan was als kok al werkzaam voor AC Milan. Toen hij zijn eigen restaurant opende, was het bijna vanzelfsprekend dat de spelers bij hem aan tafel belandden. In eerste instantie het Zweedse trio Gre-No-Li (Gunnar Gren, Gunnar Nordahl en Nils Liedholm) en later sterren zoals Gianni Rivera en Cesare Maldini. Voor Nereo Rocco, legendarische trainer van Milan tijdens de jaren zestig, was het restaurant een tweede thuis. Na de training op Milanello pakte El Paron de auto en scheurde gewoonlijk richting l’Assassino voor de avondmaaltijd. De coach had er zijn vaste tafel in de hoek. ‘Rocco hield van vlees en vis, maar het meest hield hij van een flinke fles Chianti’, zei Lamberto Gori toen ik hem deze week aan de lijn had. En terwijl Rocco zijn mes zette in een flinke lap vlees, werd de tactiek doorgenomen of over nieuwe spelers beslist. Soms werd zelfs de uitslag al afgesproken, als een gelijkspel beide partijen goed uitkwam. Na twaalven was het gewoonte dat Lamberto’s vader de luiken naar beneden gooide. Dan werd er door Rocco graag een potje gekaart, samen met Gori senior en wat oudere spelers. Er waren ook vaak bevriende journalisten bij, zoals de beroemde Gianni Brera. Dan werd er door de mannen aan tafel gezongen en gedanst. Dan kwam er nóg meer wijn op tafel. Een keer liet Rocco zich in beschonken toestand ontvallen dat hij erover dacht om José Altafini te verkopen. ‘En Piero Prati mag ook ophoepelen naar een andere club’, zei Rocco met dubele tong. De scoop werd door spionnen als de wiedeweerga doorgebeld en stond de volgende dag in de krant. Rocco woedend natuurlijk, maar de dag erop werd bij Ottavio gewoon weer een biefstuk besteld. Nederlanders kwamen er trouwens ook. Gullit, Rijkaard en Van Basten. Meestal in het gezelschap van Arrigo Sacchi, maar ook wel alleen. Zoals Ruud Gullit, met zijn eerste vrouw en twee kindjes. De Nederlander vroeg altijd om dezelfde tafel en wilde tijdens de maaltijd liever niet gestoord worden. Dat was een gouden regel voor het personeel en de fans. ‘Handtekeningen werden pas uitgedeeld als Gullit zijn bord leeg had’, aldus Lamberto Gori. Ver voor de tijd van il tulipano nero (de zwarte tulp) bestelde il tulipano volante (de vliegende tulp) zijn pasta bij alla Collina Pistoiese. Dan vroeg Faas Wilkes de dag voor de wedstrijd om crostini met kippenlevertjes en wat plakken salami of eigenaar Pietro Gori, broer van Ottavio, serveerde pasta met fagioli, ossobuco of risotto met pompoen. In 1949 gaf Inter de buurjongens van Milan een geweldige oorwassing. Het werd 6-5. Wilkes scoorde niet, maar zat die avond met de hele spelersgroep van Inter bij alla Collina Pistoiese aan tafel en hief het glas. Tifosi nerazzurri bouwden ‘s avonds een geweldig feest buiten op straat. Vooral om de verliezers te pesten. Vermaak van het ouderwetse soort. Zondagavond wordt in stadion San Siro de 270ste derby della Madonnina gespeeld sinds Inter en Milan elkaar in 1908 voor de eerste keer troffen. Toen won Milan. Met 2-1. De balans slaat na al die jaren uit in het voordeel van de ploeg rossonero (106 – 91) maar Inter is op dit moment de trotse koploper in de Serie A. Ongeacht de uitslag is de kans klein dat beide selecties na afloop komen eten in de rivaliserende trattorie in Via Amadei. Tijden veranderen. De spelers gaan volgens Lamberto liever naar Finger’s, het fusionrestaurant van Clarence Seedorf. Of naar de hippe tent van Kakha Kaladze. Hoe dan ook heeft Francesco Arrigoni zijn eerste weddenschap inmiddels lopen. Mocht Inter zondag winnen, dan is de maaltijd voor Massimo Moratti op maandag gratis. Andersom moet het dubbele betaald. Lamberto Gori gaat zondag naar het stadion, Francesco Arrigoni niet. Die moet werken. Helaas. Beiden dromen van de overwinning.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
4 comments:
Wederom een paar schitterende stukken, bedankt Renate!
Misschien een beetje veel gevraagd, maar iedereen lijkt vandaag voorbij te gaan aan de dood van Pantani nu vandaag precies 5 jaar geleden.(in ieder geval in Nederland) Zou je misschien binnenkort nog een stukje willen schrijven want, ondanks veel over hem te lezen blijven nieuwe verhalen over Pantani fascinerend!
de Gazzetta had t niet vergeten in ieder geval gisteren met maar weer eens een interview met papa en mama Pantani
Inderdaad weer een schitterd stuk Renate. Ik begon AD sportwereld opeens weer te waarderen toen ik een column las van ene Renate Verhoofstad over italiaans voetbal.
Ieder stukje dat jij schrijft is fantastisch. Of het nou over voetbal eten of andere sporten gaat. Je schrijft met zoveel passie. Hulde.
Ik kreeg vandaag trouwens de opmerking over de erehaag van Fiorentina tegenover de spelers van Ajax. Doen de spelers van Fiorentina dat vaker?
Sorry vergeet ik mijn naam te plaatsen.
Post a Comment