Dit blog ging over sport in Italië, een opera d'arte, een voorstelling als het leven zelf waarin het draait over winst, verlies, trots, schoonheid, corruptie, vreugde en verdriet. Maar ik woon weer in Nederland. Land van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De pasta is vervangen voor het spruitje. Maar het leven is niet minder verrukkelijk. Een blog over het zoete Hollandse leven, door de ogen van Renate Verhoofstad, sportjournalist en schrijfster.
Friday, February 06, 2009
Gomorra
Toen Gomorra vorig jaar vlak voor de EK zijn premiére beleefde in Italiaanse cinema’s, gaf Roberto Donadoni zijn selectie een avondje vrijaf. De bondscoach vond dat zijn spelers deze film móesten gaan zien. Heel Italië had het al over het boek gehad en nu was er dan de film, waarin een realistisch beeld wordt geschetst van de werkwijze van de Napolitaanse maffia; de camorra. En daar zaten de regerend wereldkampioenen dan. Keurig geknipt en geschoren, met het haar nog nat, in azuurblauwe trainingspakken, op de eerste rij van een bioscoop in het centrum van Florence. Aanvoerder Fabio Cannavaro in het midden, met naast hem Totò Di Natale en Marco Borriello. De drie Napolitanen uit de squadra azzurra hadden zich net lekker ingegraven of op het zwarte doek werd al een stel gangsters neergeknald, afgemaakt tijdens een uurtje bruinen in een zonnebankcentrum. De sfeer zat er gelijk goed in. Dit werd geen feelgoodmovie. Dat begrepen de internationals ook wel. De film maakte wel duidelijk wat de harde werkelijkheid is in de Napolitaanse buitenwijk Scampia waar meer in drugs dan in dagelijks brood wordt gehandeld. Het is tegen die achtergrond dat de camorra regeert met straffe hand. Indringend is de scène waarin een stel capi di tutti capi van de Casalesi-clan het tijdens een potje klaverjassen eens wordt over het koudmaken van de twee onnozele halzen Marco en Ciro, want de spelregels zijn simpel: ‘O si è da una parte, o dall'altra (je staat aan deze kant of aan de andere)’. In de woonkamer hangen afbeeldingen van spelers van SSC Napoli tegen de wand. Voetballers als stille getuigen van de maffia. Dat was Diego Armando Maradona ooit ook. De Argentijn was dikke vrienden met Carmine Giuliano, ‘de leeuw uit Forcella’ en kon het ook goed vinden met diens zuster Celeste, de sterke vrouw uit de familie. De Giuliano’s zaten op zondag in pak en met opgeföhnd haar op de tribune in stadion San Paolo en staken Maradona na afloop graag een builtje cocaïne toe als dank voor alweer een wonderschone goal. Spelmaker en maffiabaas kwamen geregeld bij elkaar over de vloer. Zo kon het gebeuren dat Maradona er als een soort peetoom bij was toen de oudste dochter van Giuliano de eerste communie deed. Toen Napoli in 1987 het scudetto won, werd de afterparty gevierd op het luxe jacht van Godfather Giuliano, met Maradona als eregast en een groot deel van de selectie aanwezig. Alhoewel de Argentijn banden met de maffia altijd heeft ontkend, bestaat er een legendarische foto van Maradona samen met de gebroeders Giuliano in een badkuip van bladgoud, gegoten in de vorm van een enorme schelp. De heren kijken vriendelijk lachend de camera in, waarna vermoedelijk de zoveelste fles champagne werd ontkurkt. Alles werd er aan gedaan om het de voetbalgod in Napels naar de zin te maken. Coke, hoeren, sloeren. U vraagt, wij draaien. Andersom werd de spelmaker natuurlijk ook wel eens om een gunst gevraagd, zoals in het seizoen 1987/88. Toen kon Maradona er een paar weken voor het einde opeens helemaal niets meer van, althans, zo leek het. Napoli verspeelde een veilig geachte voorsprong van vijf punten op concurrent AC Milan, dat uiteindelijk de titel won. Volgens Pietro Pugliese, ex-maffioso en klikspaan, was het verknallen van het kampioenschap geen toeval maar een vooropgezet plan van de camorra om te voorkomen dat te grote sommen geld dienden te worden uitbetaald in de illegale toto. De acteur Maradona voerde het script alleen maar uit. Terug naar Gomorra, de film die dit weekend nog draait tijdens het Internationale filmfestival van Rotterdam en die begin maart kanshebber is voor een Oscar als beste buitenlandse inzending. Fabio Cannavaro zei onlangs te hopen op die prijs, maar tegelijkertijd ook weer niet, want: ‘De film is niet bepaald goed voor het imago van Italië’. Een dag later ontkende il capitano woorden van die strekking. Wie weet waarom. Of zou het ermee te maken kunnen hebben dat de geboren Napolitaan Cannavaro ooit hoopt terug te keren in de stad en bij de club waar zijn voetbalsprookje begon?
Elke vrijdag verschijnt een column van Renate Verhoofstad in Sportwereld van het Algemeen Dagblad. www.sportwereld.nl
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment