Dit blog ging over sport in Italië, een opera d'arte, een voorstelling als het leven zelf waarin het draait over winst, verlies, trots, schoonheid, corruptie, vreugde en verdriet. Maar ik woon weer in Nederland. Land van doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De pasta is vervangen voor het spruitje. Maar het leven is niet minder verrukkelijk. Een blog over het zoete Hollandse leven, door de ogen van Renate Verhoofstad, sportjournalist en schrijfster.
Thursday, December 21, 2006
Wednesday, December 20, 2006
Mussolini anno 2007

Het leven van een krantenverkoper gaat niet over rozen. Andrea heeft thuis drie opgroeiende dochters te onderhouden, die er graag mooi opgepoetst bijlopen, met tassen en schoenen van Dolce en Gabbana enzo. Probeer daar als arme krantenverkoper maar eens tegenop te werken. Je zou er bijna


Monday, December 18, 2006
Ale en Ricci

Een dag eerder rolde de bal niet. De bal dreef. Op het water van een laghetto, een soort kunstmatig aangelegd meertje op het hypermoderne trainingscomplex van Juventus om overtollig regenwater in op te vangen, want en óf het in Turijn regenen kon! Riccardo Neri en Alessio Ferramasca hadden corvee, terwijl de rest van de ploeg na de vrijdagmiddagtraining de douches opzocht. Het liep al tegen zessen. Ricci en Ale plukten in het schemerdonker ballen uit de doelen en bij de cornervlaggen vandaan. Ah, er dreven ook nog een paar ballen in het water. Een voor een klommen de jongens over het hek. Niet veel later gleed Riccardo (rechts op de foto) als eerste de plomp in. Alessio probeerde de paniekerende doelman (die geen al te beste zwemmer was) nog uit het water te plukken, maar glibberde tijdens die reddingsactie prompt zelf de poel in. Cazzo. Daar lagen ze dan. Met z'n tweeën. In het ijskoude water. En nu? Alessio probeerde zichzelf omhoog te hijsen, maar daar was geen beginnen aan tegen het spiegelgladde zeil dat de steile oever afdekte. De 17-jarige middenvelder raakte al

And then your whole system slowly shuts down, schoot het een dag later door mijn hoofd toen ik aan de twee jongens in het water dacht, al lag de temperatuur van het water in Noord-Italië natuurlijk wel wat hoger dan de oceeanwateren rond Groenland. Riccardo en Alessio hadden vermoedelijk luid geschreeuwd om hulp. Harder, harder, hardst. Maar niemand die ze hoorde. Langzaam maar zeker maakte de paniek plaats voor vermoeidheid en kramp, totdat ze helemaal niets meer voelden. En verdronken. Pas anderhalf uur later vond de trainer van de A1 twee hoopjes kleding in de kleedkamer en werd er groot alarm geslagen. Te laat. In een leeg en mistroostig Olympisch stadion verscheen rond negenen technisch directeur Alessio Secco voor de camera. De opvolger van Luciano Moggi stond er verslagen bij. De tranen welden op in zijn ogen terwijl hij in zakelijke bewoordingen het afschuwelijke persbericht voorlas: Juventus Football Club bevestigt het overlijden van Riccardo Neri en Alessio Ferramasca, twee spelers van la squadra Beretti, die vanavond tijdens een tragisch ongeval op het trainingscomplex van Juventus om het leven zijn gekomen. Ons medeleven gaat uit naar de nabestaanden. De wedstrijd tegen Cesena wordt tot nader order uitgesteld. De komende dagen werkt het eerste elftal de trainingen af in het Olympisch stadion. De politie is bezig met een onderzoek. Hij vouwde het A4'tje ineen en stak dat in zijn binnenzak. En stel me verd

Ik zat geschokt voor de buis. Er gebeurden wel vaker tragische ongevallen. De krant stond er dagelijks vol van. Jongeren die na een avondje uit met de auto tegen een boom knalden, meisjes die in een park werden verkracht en vermoord. Ook erg, heel erg zelfs. En toch hakte dit erin. Ik dacht aan de ouders van Ricci en Alessio. Volgden die het nieuws nu ook via de tv? Er werd live naar het trainingscentrum van Juventus geschakeld. Politie-auto's en ambulances reden af en aan. Fans verzamelden zich bij de toegangspoort. Ondertussen legde een verslaggever van Sky uit dat Riccardo en Alessio als de nieuwe Gigi Buffon en Pavel Nedved golden, dat het tweetal al eens kampioen van Italië was geweest, dat beiden in beeld waren voor de squadra azzurra, dat de junioren vorige week - tijdens het jaarlijkse kerstdiner - nog hadden gedineerd met de helden van het eerste, dat de keepershandschoen van Ricci aan de rand van het meertje was gevonden, dat toen pas écht alle alarmbellen gingen rinkelen, dat veel omstanders zich afvroegen waarom het basin in Godshemelsnaam was aangelegd op slechts enkele meters van de voetbalvelden voor de jeugd, dat dat toch hartstikke gevaarlijk was, dat vanuit de hele voetbalwereld de condoléances binnenstroomden, dat de politie de komende dagen volop onderzoek zou doen naar de ware toedracht, dat zowel de spelersgroep als de begeleidingsstaf van Juventus geschokt hadden gereageerd en dat de Italiaanse voetbalbond had besloten om een minuut in stilte in acht te nemen voor aanvang van alle voetbalwedstrijden in de Serie A en B.
Daar stonden we dan, met z'n allen, opeengepakt in het stadio Artemio Franchi in Florence. Met het hoofd ten hemel gericht, of met het hoofd gebogen. Wat zouden we ons nog opwinden over binnenkant paal, buitenkant paal. Over wel of geen buitenspel. We dachten aan Riccardo en Alessio. Totdat Alberto Gilardino de 0-1 scoorde - vaffanculo! - want de wereld draait gewoon door en bal moet rollen.
Wednesday, December 13, 2006
Pasta Gattuso en Espresso Zambrotta


Sunday, December 10, 2006
Giglio d'Oro voor Bettini

In trattoria Carmagnini 500 schoof ik rond de middag aan tafel naast de 87-jarige Giovanni Corrieri, de voormalige gregario van Gino Bartali die Ginetaccio in 1948 aan de overwinning in de Ronde van Frankrijk hielp en zelf ook nog twee etappes meepikte (Metz en Parijs). Corrieri was een rijzige gestalte. Dat gold bepaald niet voor Andrea Bartali, oudste zoon van Gino Bartali, die de voormalige helper van zijn vader innig omhelsde en zoende. Bartali junior had een al even imposante krommende neus als de wijlen winnaar van de Giro en de Ronde van Franrkrijk. Of, zoals Paolo Conte het in zijn aan Bartali opgedragen liedje zo mooi verwoordde: quel naso triste come una salita, die melancholieke neus zoals een hellende klim. Ah, daar waren bondscoach Franco Ballerini, zijn voorganger Alfredo Martini en Pierino Coppi, neef van. Nog meer handengeschud en gezoen. Diego Ulissi, de piepjonge wereldkampioen junioren ging op een stoel zitten en daar kwam, als allerlaatste, de wereldkampioen zelve binnengestapt: een gebruinde Paolo Bettini, in het gezelschap van zijn echtgenote Monica. Een luid applaus steeg op vanuit de zaal. 'Paolo, Paolo!' Il Grillo glimlachte bescheiden en stak zijn hand op. Het was genieten geblazen tijdens deze incontro van de Italiaanse wielerfamilie.
Verderop in de zaal paradeerde Signore Carmagnini, de uitbater van het restaurant, driftig op en neer en rangschikte de prijzen, de bekers, fruitmanden, electrische boormachines, stofzuigers en andere kadootjes die lokale sponsoren voor de gelegenheid beschikbaar hadden gesteld. Twee valines, een brunette en een blonde miss, repeteerden de prijsuitreiking. In de openhaard werd het vuur nog wat opgestookt. Ondertussen werden de antipasti geserveerd: plakken salami en prosciutto, crostini toscani en lardo. Een goed glas Venetiaans wit en hupsakee, door naar de risotto met funghi, de tagliatelle met een sugo di cinghiale, de rosbief met spinazie en aardappelen en tot slot wat cantuccini di Prato die we overvloedig in de zoete

Andrea Bartali kwam over het nieuwste boek over zijn vader te spreken, waarin aandacht wordt besteedt aan diens werk voor de ondergrondse tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bartali fietste tussen 1943 en 1944 gemiddeld driemaal per week van Florence naar Assisi, waar Joodse onderduikers zich in een kerk verborgen hielden. Zogenaamd voor een trainingsrit, maar ondertussen reed Gino met valse documenten rond die hij verstopte in de zadelpen. Geen zwarthemd die het in zijn hoofd haalde de grote Bartali, die al een Tour de France gewonnen had (1938), onderweg staande te houden en dus werden mede dankzij de legendarische kampioen zo'n vierhonderd Joden het land uitgesmokkeld.
En dan nog even over doping, pepmannen en pillen. 'Weet je wat voor mijn vader doping was?', zei Andrea Bartali. 'Una bistecca, een biefstuk'. We lachten. 'Maar hij heeft ook wel het een en ander uitgeprobeerd hoor, amfetaminen enzo. Oh ja'. Nu had Franco Calamai van de Gazzetta dello Sport nog wat te melden; 'Want was het niet zo Giovanni (Corrieri) dat hij jou er eens op uitstuurde om de inhoud van de vuilnisemmer van Coppi te controleren om erachter te komen wat hij tijdens de koers achterover had gedrukt?' Corrieri knikte. 'Si, si'. Ach, doping is van alle tijden. Twee medewerkers van de Giro d'Italia, verantwoordelijk voor de sponsoring en pr, begonnen naast me over Basso en Pantani en legden uit waarom veel renners hun schedel kaalscheren en (in sommige gevallen) het haar blonderen, zoals begin en halverwege de jaren negentig nogal eens gebeurde, men denke aan Pantani en Frank Vandenbroucke. 'Gebruik van EPO is het eenvoudigst te traceren

Het was tijd voor de uitreiking van de Giglio d'Oro. Saverio Carmagnini stak de loftrompet over Bettini. Wat hadden we met allen van zijn overwinningen genoten, wat had hij veel grinta getoond en oh, wat hadden we met hem meegevoeld toen eind september Bettini's broer zijn auto de sloot instuurde en ter plekke aan de gevolgen overleed. Dat hij daarna op grandioze wijze de Ronde van

Saturday, December 09, 2006
Keepen met koffie

Er is een probleem: hoe vat je op zondagavond de slaap, met al die sloten koffie in je lijf? Niet dus.
Balli zat na afloop van wedstrijden soms urenlang stuiterend voor de buis, terwijl de caffeïne door zijn aderen gierde. Niet in slaap te krijgen! Daar werd hij niet bepaald vrolijk van en de eindeloze samenvattingen op televisie, nou, die gingen dus ook vervelen. Na een poos was Balli het eindeloze gewoel in bed zo beu dat hij zijn vriend Guicciardo Del Rosso om raad vroeg. De verpleger van beroep kwam op het briljante idee om Balli naar de Pronto Soccorso, de Eerste Hulp van het streekziekenhuis in Fuccechio door te verwijzen. Niet zozeer voor hulp maar daar zaten ze volgens Guicciardo nogal om vrijwilligers voor in de nacht verlegen. Balli hoefde geen twee keer na te denken en is nu behalve doelman, ook part-time ziekenverzorger. 'Ik probeer de patienten vooral mentaal tot steun te zijn. Hartaanvallen, vergiftigingen, mensen worden met de meest uiteenlopende problemen binnengebracht. Ze laten me niet alles doen want ik ben natuurlijk niet opgeleid, maar ik kan me in ieder geval nuttig maken'. En zo werd van de nood een deugd gemaakt. Balli's nachtdienst begint om elf uur 's avonds en eindigt om half vijf in de ochtend. 'Ik help anderen maar ik help vooral mezelf. Ik kan me zo mentaal weer opladen en en voel me een stuk beter'. Bravo Balli.
Subscribe to:
Posts (Atom)