Wednesday, June 09, 2010

Ich habe meine zeit gehabt


Ich habe meine zeit gehabt
En Johan Cruyff was er dinsdag ook. In Siena. De Verlosser zat op de eerste rij, met een gezond kleurtje op de wangen en in een lichtblauw colbertjasje van Cuccinelli gestoken, naast voormalig wereldkampioen Giancarlo Antognoni en omringd door honderden opgeblonken Italianen in maatkostuum, die de handen stuk klapten toen Jo-án Croeiff zijn entree maakte in de San Pio-zaal van het Santa Maria della Scala-museum, voorheen één van de oudste ziekenhuizen van Europa.
En daar zat onze nationale voetbalreliek dan. Tegen de achtergrond van een vijftiende eeuwse muurschildering, te wachten op zijn beurt. Hij friemelde wat aan zijn vingers of kletste met Antognoni, voormalig spelmaker van de azzurri en even groot in Florence als Cruyff in Barcelona. Op het podium werden ondertussen herinneringen opgehaald aan Artemio Franchi, oud-bestuurslid van Fiorentina en voormalig vice-president van de FIFA die in 1983 tijdens een auto-ongeluk om het leven kwam en in wiens naam de premiazione al 25 jaar lang wordt georganiseerd. Opdat wij niet vergeten. Italianen zijn meesters in het conserveren van het verleden. Niet alleen fresco’s en kunstwerken zoals aan de muur in het Santa Maria della Scala, maar ook herinneringen aan grote voetballers zoals Michel Platini, Paolo Rossi, Pelé, Gianni Rivera en Franz Beckenbauer, die tijdens voorgaande edities werden geëerd. En dit jaar was het dus de beurt aan Cruyff, die in Siena als een held werd onthaald.
Op het podium vertelde Antognoni over zijn debuut voor Italië op 20 november 1974 in de Rotterdamse Kuip, toen Oranje met 3-1 won. ‘Want Cruyff was troppo forte’.
Presentator Stefano Bizzotti had het over het calcio van vóór en na Cruyff en zei dat het voetbal daarna nooit meer hetzelfde is geweest. Er werd een filmpje vertoond als bewijs, waarna Cruyff in een combinatie van Spaans, Engels en een beetje Duits uitleg gaf over het geheim van het Ajax van vroeger (‘We wisten allemaal wat we moesten doen’), over zijn keuze voor rugnummer veertien (‘Ik was geblesseerd toen de shirtjes werden uitgedeeld, nummer veertien bleef als enige over’), over de vernoeming van zijn zoon Jordy naar de beschermheilige van de stad Barcelona (‘Ik wist niet dat dat onder generaal Franco verboden was, maar in Nederland mocht het wel en de Catalanen vonden het prachtig’), over de uitschakeling van Barça in de Champions League (‘Er zijn belangrijkere dingen dan winnen’) en zei over Van Basten dat hij een uitstekende nieuwe trainer voor AC Milan zou zijn.
Applaus!

De middag zat er bijna op. Maar niet voordat Cruyff uit handen van de zoon van Artemio Franchi een enorme glinsterende glazen tovervoetbal kreeg uitgereikt. Nog één ding, zei Bizzotti: ‘Klopt het dat Juventus u ooit wilde hebben en heeft Boniperti begin jaren negentig gebeld om trainer te worden in Turijn?’ Cruyff knikte: ‘Maar mijn hart klopte toen al voor Barcelona’.
'En bestaat er een kans dat we u ooit nog terugzien als clubtrainer?', vroeg de presentator. Nee hoor, antwoordde Cruyff in het Duits. Simpel zat. ‘Ich habe meine zeit gehabt’. De Italianen snapten geen bal van de Cruyffiaanse verspreking, maar klapten beleefd. En weg was Cruyff. Samen met echtgenote Danny de Piazza del Duomo af, Siena uit, weer veilig terug naar Barcelona.

No comments: